Remembrance Major General Mercer - Poperinge - 30/05/2023
De Vrienden van het In Flanders Fields Museum organiseerden op dinsdag 30 mei 2023 om 18.00 uur een remembrance op Lijssenthoek Military Cemetery in Poperinge. En dit voor Major-General Malcolm Smith Mercer, CB, de hoogste Canadese officier in rang die tijdens de Eerste Wereldoorlog sneuvelde in de Westhoek. 



Major-General Malcolm Smith Mercer, CB - 17/09/1859 - 03/06/1916



Verwelkoming door Gilbert Ossieur, voorzitter van de VIFF.





Piet Chielens gaf meer duiding bij de figuur van Mercer.









De Last Post.





Gevolgd door de exhortation



en het neerleggen van twee kransen.















Major-General Malcolm Smith Mercer, CB (17 september 1859 - 3 juni 1916) was een Canadese officier, advocaat en kunstmecenas uit Toronto.
 
Vóór de Eerste Wereldoorlog was hij meer dan twintig jaar actief in de Canadese Militie, de territoriale militaire eenheden die instonden voor binnenlandse defensie. Vanuit die ervaring werd hij bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gevraagd om mee vorm te geven aan het Canadese expeditieleger, de Canadian Expeditionary Force. In het eerste Canadese contingent dat overzee ging werd hij brigade-generaal van de 1st Canadian Infantry Brigade.

Hij leidde zo de eerste vier bataljons, alle gerekruteerd in Ontario, tijdens de Tweede Slag bij Ieper (22 april – 24 mei 1915).
  • 1st Canadian Battalion (Western Ontario): 426 doden in België
  • 2nd Canadian Battalion (Eastern Ontario): 527 doden in België
  • 3rd Canadian Battalion (Toronto Regiment): 418 doden in België
  • 4th Canadian Battalion (Central Ontario): 328 doden in België
Eind 1915 werd hij benoemd tot Major-General en bevelhebber van de nieuwe 3rd Canadian Division. De divisie kwam in maart 1916 aan in de Ieperboog. Malcolm Mercer had zijn hoofdkwartier in de pastorij van Reningelst. Het Canadese Legerkorps werd belast met de verdediging van de hele oostelijke flank van de Ieperboog. De algemeen bevelhebber was nog altijd een Britse generaal, Lieutenant-General Julian Byng, maar de divisieoversten waren voor het eerst allen Canadese officieren. Maj-Gen. Currie leidde de 1st Division, Maj-Gen. Turner de 2nd en Maj-Gen. Mercer de 3rd.

Omdat een Duitse aanval werd verwacht in de buurt van Mount Sorrel en Hill 62 (Duits: Doppelhöhe 60) voerde generaal Mercer met brigadegeneraal Victor Williams, CO 6th Infantry Brigade, hun aide de camps Captain L. Gooderham en Captain Fraser en met Lt.-Col. Ussher, bevelhebber van 4th C.M.R., op 2 juni om 08.30 uur een inspectie uit van de Canadese loopgraven in de frontlinie van het 4th Battalion Canadian Mounted Rifles, te situeren in de velden ten noorden van de Pappotstraat en ten westen van de Zandvoordestraat.
 
Kort nadat Mercer in de loopgraven was aangekomen, begon een massale Duitse artillerie-aanval, waarbij granaten van zwaar kaliber loopgraven en dug-outs vernielden en veel Canadese soldaten omkwamen. Mercer zat vast in een dug-out en werd korte tijd later verdoofd door een enorme granaatinslag die de meeste van zijn stafleden en de officieren van het bataljon dat hij inspecteerde, verwondde. De zwaargewonden onder de officieren werden naar de verbandpost van het 4th  C.M.R. vervoerd, maar Mercer bleef achter met zijn gewonde adjudant kapitein Lynam Gooderham en was dus niet aanwezig toen de verbandpost bedolven werd door de explosie van vier mijnen die voorafging aan een grootschalige Duitse aanval. In de verwarde situatie probeerden Mercer en Gooderham aan de oprukkende vijand te ontkomen, maar kwamen ongewild in kruisvuur terecht, waarbij Mercers been door een kogel werd gebroken.
 
Mercer en Gooderham schuilden voor het aanhoudende artillerievuur in een stukgeschoten loopgraaf, beiden lijdend aan de gevolgen van hun verwondingen, tot 01.00 uur op 3 juni. Op dat moment begon een artillerieduel tussen de legers die nog steeds door elkaar lagen, Mercer en Gooderham zaten daartussen in de val. Om ongeveer 02:00 ontplofte een granaat in de loopgraaf waarin ze zich schuilhielden, waarbij Gooderham verder gewond raakte en Mercer op slag gedood werd door een granaatscherf in het hart. Sommigen beweerden dat het artillerievuur uit de eigen linies was. Gooderham bleef bij het lichaam van zijn bevelhebber tot hijzelf gevangen werd genomen door oprukkende Duitse troepen die het lijk van de generaal op verzoek van Gooderham in een ondiep graf begroeven.
 
De ondergrondse hulppost werd ook veroverd door de oprukkende Duitsers en als gevolg daarvan keerde niemand die wist waar de generaal die dag was, terug naar de geallieerde linies. In de overtuiging dat Mercer gevangen was genomen, nam generaal Currie van de 1st Division het bevel over en met behulp van zware artillerievuur kon hij op 13 juni de verloren loopgraven heroveren en de Duitsers terugdrijven naar hun uitgangspositie. De Canadese verliezen waren zeer hoog. Tussen 2 en 16 juni 1916 telde het Canadese korps 2877 doden en een veelvoud aan gewonden en krijgsgevangenen. Van Duitse zijde tellen we minstens 1765 doden.
 
Op 21 juni vond een Canadese begrafenisploeg dertig lichamen in een sector van de loopgraven, waaronder het stoffelijk overschot van generaal Mercer, alleen herkenbaar aan zijn uniformkentekens. Mercer werd de volgende dag begraven op de militaire begraafplaats bij Remy Siding in Poperinge. Later werd dit Lijssenthoek Military Cemetery, beheerd door de Commenwealth War Grave Commission. Enige tijd na de begrafenis bezocht Achiel Van Walleghem, die Mercer als divisiegeneraal in Reningelst had gezien, het graf. Hij vond het ‘prachtig opgeschikt’, zoals ook te zien is op een foto uit die tijd. De generaal ligt in een ere-rij van enkel officieren. Nog 207 andere Canadezen, slachtoffer van de ‘Battle of Mount Sorrel’, liggen op Lijssenthoek begraven. Maar meer dan tweeduizend Canadezen die vielen in de slag kregen geen gekend graf en staan vandaag op de Menenpoort.
 
Mercers begrafenis werd bijgewoond door veel mannen van zijn divisie en van zijn oude regimenten en door talrijke Canadese en Britse officieren die met hem hadden samengewerkt. Mercer werd postuum ‘in dispatches’ vermeld voor zijn moed, de derde keer dat hij zo vermeld werd, en zijn divisie werd overgenomen door Major-General Louis Lipsett die zelf twee jaar later in de strijd sneuvelde. Mercer wordt herinnerd als een efficiënt en bekwaam organisator die nooit de kans kreeg om zijn tactisch vernuft te demonstreren dat hij tijdens trainingen en oefeningen had getoond. Hij blijft ook de hoogste Canadese officier die ooit op het slagveld werd gedood.
 
  Pagina aangemaakt door WO1.be / Greatwar.be.