Fragment uit "AGE 14"
(
) Cleeve begint in een boog om het
graf heen te lopen. Niet verder dan halfweg.
'Right', knikt hij kortaf en met een reflexbeweging diept
hij een hagelwitte zakdoek uit zijn broekzak op en houdt die tegen
zijn neus. De twee doodgravers wisselen een geamuseerde blik.
'Voor de reuk kunt u beter niet aan die kant lopen, sir',
reageert Harris expres laat. 'De wind komt van hier, ziet u.'
'Tien op een rij', zucht de hyper-Engelse Cleeve met stijve bovenlip.
Hij loopt een half toertje terug rond de lange put en gaat bij
zijn assistent staan. (
)
'Enige identificatie mogelijk, Harris?'
'Ik vrees van wel, sir', monkelt hij, denkend aan het pak
schrijfwerk dat zijn chef te wachten staat.
'Nummer 7 en 8 lijken me iets speciaals', vervolgt Harris. Hij
springt in de put, gaat wijdbeens boven het zevende lijk staan
en slaat de kleffe dekens rond de twee lichamen open.
'Twee soldaten van het Royal Irish Regiment, sir. Het uniform
is nog goed te herkennen. Bovendien zijn hun borstriemen gemarkeerd.'
Harris pakt de riem van nummer 7, draait die om en roept: 'Soldaat
6566!'
Cleeve begint ijverig te schrijven in zijn notitieboekje.
'Die vinden we snel terug. En die andere ook?' vraagt hij.
'Ja, stamnummer op zijn riemen. Zelfs zijn ene schoen draagt het
nummer.'
'Dus nummer acht in de rij, soldaat 6322', zegt Cleeve hardop
terwijl hij het opschrijft. (
)
© auteur : Geert SPILLEBEEN;
uitgeverij Averbode