Nacht in het Museum - Zonnebeke - 03/03/2017
Eenmaal het museum gesloten en al de lichten gedoofd ... blijken er geesten rond te dwalen. Uitzonderlijk zijn ze dit weekend bereid om hun wedervaren te vertellen over het oorlogsjaar 1917.

Zo ontmoeten we Mevr. Fanny Isabel Ross, moeder van George Ross, William Keith en Theo Leslie Seabrook. Ze gingen in augustus 1916 in het Australische leger meer bepaald bij het 17th Battalion Australian Infantry. Ze kwamen alle 3 om in de strijd. William Keith ligt begraven op Lijssenthoek Military Cemetery. Theo en Georges werden getroffen door een granaat en hun stoffelijk overschot is tot op heden nog niet teruggevonden. Ten gevolge van tegenstrijdige boodschappen en geruchten bleef moeder Fanny tot haar dood geloven dat één van haar zonen nog steeds leefde. Geheugenverlies, shell shock,... zouden volgens haar de reden zijn waarom haar zoon nog niet was teruggekeerd. Verscheurd door verdriet vraagt ze ons uit te kijken naar haar zoon.

1

Stratego op topniveau met mensenlevens als inzet.

2
 
3

Veldmaarschalk Herbert Charles Onslow Plumer.

4

Richard Verhaeghe was een Belg, geboren in Zerkegem (Jabbeke) op 25 april 1878, maar emigreerde naar Saskatoon (Canada). In augustus 1915 werd hij soldaat in het Canadese leger en op het einde van januari 1916 vertrok hij naar het front met het 5de Canadian Mounted Rifles. Op 30 oktober 1917 gaat dit 5de Bataljon in de aanval op Bellevue-Spur. Een van de velen die toen sneuvelden, was Lance-Corporal Richard Verhaeghe. Begin maart 1920 werd in de westelijke hoek van de Woodlands zijn lichaam gevonden en werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar Tyne Cot Cemetery. Hij is de enige Belg die op Tyne Cot Cemetery begraven ligt en kon uiteraard de kans niet aan zich voorbij laten gaan om landgenoten te ontmoeten.

5

De poncho van deze soldaat is multi inzetbaar: regenjas, grondzeil, tentzeil en doodswade.

6

7

De Britse verpleegster Nellie Spindler, werkte tijdens de zomer van 1917 bij het Casualty Clearing Station no.44 in Brandhoek en getuigt vandaag over de moeilijke werkomstandigheden en het vele lijden waarmee ze geconfronteerd werd. Daar dit CCS gespecialiseerd was in de behandeling van buikwonden - die een groter risco hadden op ontstekingen dan andere wonden- lag het ongebruikelijk dicht bij de frontlinie. Bovendien lag dit veldhospitaal naast een munitiedepot en een spoorlijn, waardoor het een belangrijk doelwit werd voor de Duitse artillerie en werd het bijna constant onder vuur genomen. Op 21 augustus sloeg rond 11uur een granaat in bij de tent waar Nellie aan het werk was. Een scherf trof haar in de rug en verliet haar lichaam aan de voorzijde, vlak onder haar hart. Alle hulp kwam te laat.

CCS no. 44 werd ijlings geëvacueerd naar Lijssenthoek, enkele kilometers verder van de frontlinies. Op 22 augustus kreeg Nellie een plechtige begrafenis op Lijstenthoek Military Cemetery (Plot XVI Rij A Graf 3). Daar ligt ze nu als enige vrouw tussen 10.800 mannen.

8

9

John 'Barney' Hines was een Australische soldaat van Britse afkomst. Door te liegen over zijn leeftijd (hij was ondertussen 42 jaar, maar claimde 28 jaar oud te zijn) werd hij alsnog aangenomen als oorlogsvrijwilliger. In het begin van 1916 werd hij ontslagen om gezondheidsredenen, maar keerde enkele maanden later terug (nu als een 36 jarige). Half 1918 werd hij opnieuw uit het leger ontslagen wegens gezondheidsredenen.

In strijd was hij een agressieve heldhaftige soldaat, maar buiten het strijdveld was hij ongedisciplineerd. Hij diende verschillende malen voor de krijgsraad te komen, en werd meermaals gedegradeerd. Tevens bleek hij een voorliefde te hebben voor het verzamelen van 'souvenirs', zijnde Duits militair materiaal en persoonlijke bezittingen van Duitse soldaten. Het leverde hem de bijnaam 'Souvenir King' op.

Bij het uitbreken van WOII probeerde hij, ondanks zijn gevorderde leeftijd, opnieuw ingelijfd te worden maar hij werd geweigerd. Vandaag reminisceert hij maar wat graag over zijn belevenissen.

10

11

Eén van de broers Seabrook. Hij vraagt ons zijn moeder op de hoogte te brengen van zijn overlijden, zodanig dat zijn arme moeder rust kan vinden.

12

13

De verovering van de puinen van Passendale was makkelijker gezegd dan gedaan. Zo had de combinatie van najaarsregen, verzadigde grond en het vernielde afwateringssysteem in de streek, het landschap herschapen in een immense modderzee, waarin mens, dier en machine verzopen.
Voor de aanval van 9 oktober bij Poelkapelle hadden de aanvalstroepen maar liefst elf uur nodig om vanuit Ieper over smalle loopplanken naar hun vertrekposities te gaan! Ook werd artilleriesteun moeilijk, omdat de kanonnen bij het eerste schot wegzakten in de modder. Op 12 oktober 1917 zette de Nieuw-Zeelandse divisie de aanval in om de Bellevue uitloper te veroveren. Het resultaat: 2700 verliezen, waaronder 845 gesneuvelden in minder dan vier uur tijd. Die dag staat dan ook voor eeuwig geboekt als de meest tragische dag in de geschiedenis van Nieuw-Zeeland en dit ondanks de 'voorzichtige' aanpak van deze Kiwi.

14

Een hele collectie bommen: met springstof, met schrapnel of met gifgas.

15

Duitse soldaat in loopgraaf.

17

In de relatieve veiligheid van een bunker laat een Duitse soldaat over zijn schouder meekijken wanneer hij een brief schrijft aan zijn moeder. 

18

19

De Suffragettes strijden voor vrouwenrechten.

16

20

Richard Verhaeghe becommentarieert zijn laatste rustplaats.

21

Een onbekende Duitse soldaat is blij dat ook hij herdacht en dus niet vergeten wordt. Hoewel hij niet zo tevreden is mijn zijn grafsteen, waarop enkel onbekend staat. Hij had toch liever een grafsteen gehad met naam.

22

Op het einde ontmoeten we Mevr. Fanny Isabel Ross opnieuw. Hoopvol vraagt ze of we haar zoon gevonden hebben. En inderdaad we kwamen hem tijdens deze Nacht in het museum tegen. Helaas aanvaardt moeder Fanny onze uitleg niet. Ze blijft zoeken naar haar geliefde zoon.

23
 
Pagina aangemaakt door IDG en Daphné Vangheluwe.