Exclusieve tentoonstellingen Käthe Kollwitz in centrum Diksmuide
22 August 2016 - Diksmuide - Bron: Stad Diksmuide
Van zaterdag 3 september tot en met zondag 3 oktober 2016 worden voor het project ‘De Zijkant van de Oorlog’ twee tentoonstellingen georganiseerd met Käthe Kollwitz als centrale figuur. De tentoonstelling Käthe Kollwitz 1.9 zal in de raadzaal van het Stadhuis exclusieve werken tonen, in samenwerking met het Käthe Kollwitzmuseum in Keulen. De tentoonstelling Käthe Kollwitz 2.0 sluit hierbij aan en vindt plaats in de Galerie Montanus5, op 300 meter van het stadhuis
  
Käthe Kollwitz 1.9

Stadhuis Diksmuide – 3 september tot en met zondag 3 oktober – 10u tot 17u

Voor de tentoonstelling Käthe Kollwitz 1.9 selecteerde het Käthe Kollwitzmuseum in Keulen 32 grafische werken uit de exclusieve collectie, waaronder veel ongekende ingrijpende voorstellingen. Er is doelbewust gekozen om geen sculpturen te brengen, omdat men ook in Keulen van oordeel is dat het Treurend Ouderpaar in Vladslo het meest aangrijpende van haar beeldhouwwerken is.
 
Je ontdekt de dorst naar sociale gerechtigheid in haar tentoongestelde werk. Je leert hoe literatuur, politieke gebeurtenissen, de eigentijdse kunst en het medeleven haar inspireerden.  De angst en de dood van een kind weerklinkt er in het grafische werk, dat na de Eerste Wereldoorlog ook een oprechte aanklacht tegen elke oorlog werd.
 
Käthe Kollwitz wordt op 8 juli 1867 als Käthe Schmidt geboren in Königsberg, toen Oost-Pruisen (vandaag Kaliningrad). Vanaf haar 18de studeert ze aan de tekenschool voor meisjes in Berlijn.  Drie jaar later volgt ze schilderles in München. In 1904 volgt ze in Parijs lessen in beeldhouwkunst. Haar tweede zoon Peter sneuvelt op 23 oktober 1914 vlakbij Diksmuide. Dit vormt een inspiratiebron voor de creatie van het Treurend Ouderpaar, dat in 1932 in Esen (toenmalige Duitse begraafplaats Roggeveld) werd geplaatst en later mee met Peters graf naar het Praetbos in Vladslo verhuisde.
 
De dood van Peter Kollwitz zet Käthe weer aan het tekenen. In 1916 tekent zij “die Mutter” die haar dode zoon in de armen houdt. Ze tekent nog honderden dergelijke bladen om zich verbonden te voelen met Peter.  Na 1918 wordt Käthe professor aan de Pruisische Academie. Ze maakt veel grafisch werk tegen de oorlog.  In 1924 wijdt zij houtsneden aan “Der Krieg”, later aan “Das Opfer”, “Die Freiwilligen”, “Die Witwe”, “Die Mutter”, “Das Volk”, die het waanzinnige van een oorlog onderstrepen. Op 22 april 1945, enkele dagen vóór het einde van de tweede Wereldoorlog, sterft Käthe Kollwitz.
 
Käthe Kollwitz 1.9 (‘Alles voor Niets’)

Montanus5 Diksmuide – 3 september tot en met zondag 3 oktober – 10u tot 18u

Deze tentoonstelling is een hommage aan het sociaal geëngageerd oeuvre van Käthe Kollwitz. Met schilderijen, installaties, fotografie, film, woord en beeld, roepen acht vrouwelijke kunstenaars emoties op om voorbij loutere esthetiek ervaringen te delen met wat de kern van hun geëxposeerd werk bezielt. De vraag hoe Käthe Kollwitz in deze tijd (2.0) geleefd en van daaruit gecreëerd zou hebben, laat ons toe om met wat verbeelding ernaar te gissen en veronderstellingen te ontwikkelen. Misschien ligt in deze tentoonstelling een gedeeltelijke verklaring als poging tot antwoord op een nooit te reconstrueren waarheid. 
  • Orlane Kindt (Fr °1970) brengt een reeks  ‘bâches – dekzeilen’, met inkervingen als kwetsuur, de verkleuring door verwering, aangestikte riemen en linten die doen denken aan snelverband. In het concept van deze tentoonstelling verwijzen de ‘toiles de bâche’ naar beschutting.
  • Linda Molleman (B °1949) brengt creaties uit vaak diepmenselijke beweegreden: emoties, trauma’s en gemoedstoestanden. ‘Oorlog heeft niet alleen een afschuwelijke impact op mensen die ze meemaken maar eveneens een immense nasleep op volgende generaties’, drukt zij beeldend uit.
  • Wendy Morris (Zuid-Afrika °1960) tekent hoofdzakelijk in functie van haar kortfilms waarin zij kritisch terugblikt op o.a. de oorlog 14-18 en het – ook ons – koloniaal verleden.  In een opeenvolging van beklijvende beelden toont zij de gruwel van de oorlog en de onmeedogendheid van de heersers.
  • Ortrud Sturm (D °1959) sculpteert hout tot architecturale vormen - geen menselijke figuren - waarin licht en schaduw de binnenruimte ervan accentueren. De gevoeligheid waarmee zij de kettingzaag bedwingt, kerft de massieve massa van het hout tot een afgewerkt geheel.
  • Greet Van Autgaerden (B °1974) vertaalt schilderkundig de spanning tussen natuur en cultuur, tussen het organische en de lineair-architecturale inbreng van de mens. In oorlogslandschappen verdoft de heldere klank van de kleur onder de zwaarte van okers en ombers. De somberheid van aardkleuren versterkt de tragiek die de inborst van het landschap trof.
  • Hilde Vandaele (B °1964) maakt de kwetsuren van verstikkend verdriet leesbaar in een ritme van beelden en abstract fotografische elementen, uitvergroting of close-ups. In het thema ‘ongewild sterven’ ontmoet het verleden (14-18) het heden. Om de zeggingskracht in haar verhaal te vergroten streeft zij naar pure poëtische essentie.
  • Lies Van Gasse (B °1983 laat taal en teken één worden in haar graphic-poëmes. Beeld en woord versterken wederzijds. Emoties, in de vorm van verlies en verdriet, zijn terzelfdertijd een schild, een beschermende lyriek. Schrijven en tekenen genezen.
  • Anne Vanoutryve (B ° 1977) schilderde een reeks aangrijpende werken met als thema ‘oorlog’. Daarin toont zij aan hoe de rust in een vredig landschap omwoeld wordt tot troosteloze onherbergzaamheid waarin mens, dier, noch plant overleven.  Haar vitale schilderwijze raakt en wijst ons op de dualiteit van schoonheid die pijnigt en zalft.