Meer gegevens over gesneuvelde soldaten bekend
26 December 2016 - Passendale - Bron: Filip Van Loo
Eind mei 2017 deden onze Bom-Be-medewerkers, die de werkzaamheden van firma Persyn begeleidden voor de aanleg van een waterleiding in de schaduw van Tyne Cot Cemetery een bijzondere ontdekking. Meteen werden de specialisten van Archeo7, de intergemeentelijke archeologische dienst van de zuidelijke Westhoek ingeschakeld, die intussen hierover rapporteerden. Diverse archeologen, waaronder Marc Dewilde omschrijven de vondsten:

“In de kuil werden immers drie gesneuvelde Commonwealth soldaten aangetroffen. Een Brit en twee Australiërs waren daarbij geschrankt over elkaar heen gelegd en met een tentzeil afgedekt. Ze sneuvelden naar alle waarschijnlijkheid in oktober 1917 tijdens de 3de Slag bij Ieper.
De Brit hoorde bij de Lancashire Fuseliers. Op zijn gordel had hij vier insignes genaaid (Manchester Regiment, King's Own Yorkshire Light Infantry, West Riding Regiment en 5th Dragoon Guards) en enkele knopen. De Australiërs werden herkend aan hun schouderinsignes (AUSTRALIA) en aan kraaginsignes met de opkomende zon erop. Volgens de antropologische screening (Cranfield University) was de Brit tussen 25 en 30 jaar, mat hij tussen 167 en 174 cm en was hij blond. Bepaalde breuken suggereren dat hij omkwam in een ontploffing. De ene Australiër was 20 à 30 jaar oud en tussen de 157 en 163 cm groot. Hij had rugproblemen en een slecht gebit wat een tandprothese noodzaakte. De leeftijd van de andere Australiër zat tussen de 20 en 25 jaar, z'n gestalte tussen 163 en 170 cm. Ook hij sukkelde met de rug en vertoonde aanzienlijk tandverlies, waaraan met een prothese werd verholpen. Verwondingen aan het hoofd - een granaatinslag ? - wijzen op de vermoedelijke doodsoorzaak.”



Dergelijke vondsten worden dus aanvankelijk als archeologische vondst aangeduid, en dit betekent een duidelijke meerwaarde ermee. Nadien worden ze overgedragen aan de dienst Oorlogsgraven (IVV-NIOO). Aangezien de nationaliteit van deze drie slachtoffers bekend is, zullen ze op een passende begraafplaats tussen hun makkers te ruste worden gelegd, bijna 100 jaar na hun dood.