Op 26 november 2018 startte het Regionaal Landschap Westhoek aan de laatste fase van de aanplant van herdenkingsbomen die de frontlijn uit de Eerste Wereldoorlog blijvend markeert. 300 bomen duiden nu het volledige Vlaamse landfront aan, van Mesen aan de provinciegrens met Henegouwen tot aan de zee in Nieuwpoort.



Markering frontlijnen

Elke boom krijgt een metalen boomkorf met kleurmarkering. De boomkorven op de geallieerde frontlijnen hebben een blauwe bovenrand, die op de Duitse frontlijn kleuren rood. Er werd gekozen om de bomen aan te planten op de frontlijn die het langst stand hield.

De totale kost van de laatste fase van het project bedraagt 90.000 euro. De Provincie West-Vlaanderen subsidieert dit project voor 50% vanuit het provinciaal reglement voor toeristische impulsen. De steden en gemeenten Ieper, Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, Houthulst, Diksmuide, Middelkerke en Nieuwpoort bekostigen de overige 50 %. Het Regionaal Landschap Westhoek coördineert de aanplant.

Aanzet in Ieper

Stad Ieper startte in het voorjaar van 2015 met dit project en plantte toen 138 hoogstammige olmen aan langs de historische frontlijnen van Boezinge tot Sint-Elooi. Met deze herdenkingsbomen wil de stad Ieper en het In Flanders Field Museum de “Kleine Ieperboog” blijvend markeren in het landschap.
 
Olmen

De meest algemene boomsoort in het Ieperse, en bij uitbreiding West-Vlaanderen, was eeuwenlang de olm of iep. De bomenrijen langs wegen en percelen speelden zelfs een cruciale rol in de lokale frontvorming aan het begin van de stellingenoorlog. Tijdens de oorlog werd het olmenbestand in en rond Ieper totaal vernietigd, vandaar dat nu voor de markering van de frontlijn gekozen werd voor de olm en deze zo in ere te herstellen.