Naamsteen 'De Kippe Slag van 17 april 1918'
Praktische info
Wie/Wat
De Kippe
Situering
Hoek Iepersteenweg/Stationsstraat
Merkem, Houthulst
Datum
12/11/1987
Coördinaten
GPS-Referentie R5515 - Naamsteen - De Kippe Slag van 17 april 1918 - Merkem
DMSX N 50°57'24.4'' - E002°51'56.1''
DMX N 50°57.406' - E002°51.936'
D N 50.956771° - E002.865596°
UTM 31U E 490560 N 5645026
GOOGLE EARTH 50 57.406 N, 002 51.936 E
Kaarten
• Mapquest
Algemene info
'Naamsteen 1914-1918' Nr. 18 - vierde reeks - 1987 Op 12 november 1987 werd de vierde reeks 'naamstenen' (Grote Wacht Reigersvliet, Luigem Schiereiland, De Kippe Slag van 17 april 1918, School van de Koningin 1915-1918 in Vinkem) plechtig onthuld bij de gedenksteen van Drie Grachten. De 'naamstenen' werden in de tachtiger jaren geplaatst op belangrijke sites voor het Belgisch leger waar nog geen gedenktekens aanwezig waren. Het gaat telkens om een ruitvormige gedenksteen uit witte natuursteen die schuin tegen rechthoekige sokkel van gewapend beton gevestigd is. Bovenaan het gekleurde wapenschild van de provincie West-Vlaanderen; daaronder "De Kippe Slag van 17 april 1918"; onderaan het monogram van koning Albert I. De naamstenen zijn ontworpen en uitgevoerd door Pieter-Hein Boudens, geboren te Brugge op 29 april 1955. De ruitvormige naamstenen meten 80 x 80 x 10 cm. De letters zijn diep V-vormig ingekapt en lichtgrijs gepatineerd. Bovenaan de tekst prijkt het schild van de provincie West-Vlaanderen in geanodiseerd aluminium. Onderaan werd meestal het officieel monogram van Koning Albert I ingekapt als hulde aan deze vorst. Het voetstuk in spanbeton werd gegoten door de firma Hollevoet te Torhout naar een ontwerp van Johan Vansteenkiste, bouwkundig tekenaar bij de Provinciale Dienst voor Cultuur.
Extra info
HET GROTE DUITSE OFFENSIEF VAN 1918 IN VLAANDEREN In de lente van 1918 starten de Duitsers nogmaals een doorbraakpoging. Zowel de ‘Slag bij de Reigersvliet’ als de ‘Slag bij De Kippe’ zijn er onderdeel van. De Duitse legeroverheid wil de aankomst van de Amerikaanse troepen, die de geallieerde gelederen moeten versterken, voor zijn. Voorlopig hebben ze nog een numerieke meerderheid. Op 21 maart wordt de eerste aanval in de sector Cambrai-St Quentin uitgevoerd. De Duitsers geraken zelfs over de Somme en worden gestopt voor Amiens. De strijd wordt in de maand april voortgezet met een verrassingsaanval in Vlaanderen. Ze worden echter halt toe geroepen aan de Kemmelberg. Wanneer blijkt dat ze niet meer kunnen doorstoten naar onze kusten, proberen ze toch nog Duinkerke te bereiken door een wig te drijven langs de zuidelijke flank. De Slag bij De Kippe (Merkem) en bij de Scherpenberg doen hen uiteindelijk van deze plannen afzien. DE SLAG BIJ DE KIPPE (MERKEM), 17 april 1918 De aanval te Merkem kwam voor het Belgische leger niet als een volkomen verrassing. Waarnemers van artillerie en infanterie merkten vanaf 9 april een toenemende activiteit aan Duitse kant. In de sector van de 10de Infanteriedivisie begon de Duitse aanval op 17 april 1918 om zes uur. De Duitsers vorderden in de duisternis onder hevig Belgisch mitrailleur- en artillerievuur langs obuskraters, verwoestingen en prikkeldraad. De Belgen slaagden er zeer goed in de vijand op te vangen. Rond 14u.30 moesten de Duitsers zich terugtrekken en zetten de Belgen de tegenaanval in. 's Avonds waren de verloren posities opnieuw ingenomen en tussen 17u.45 en 19u.00 werd het 31ste Landwehrregiment onder vuur genomen door 13 Belgische vliegtuigen. De Duitse aanval in de sector van de 3de Legerdivisie was veel heviger en kon in tegenstelling tot het verloop bij de 10de Infanteriedivisie, veel moeilijker tegengehouden worden. ‘Kippe’ verdedigd door de 9de Infanteriedivisie, was het eerste Belgische steunpunt dat viel. Om 7u.15 kwam het onder zwaar Duits artillerievuur te liggen. Een half uur later liep een Duits bataljon storm. De prikkeldraadversperringen konden de vijandelijke opmars niet tegenhouden. De door de infanterie gevraagde artilleriesteun om de Duitse aanval te stoppen, kwam pas op gang rond 8u.05, toen ‘Kippe’ al lang in Duitse handen was. Bij de 3de Infanteriedivisie verdedigde het 9de Linieregiment de posities Ashoop, Jesuitengoed, Hermine, Ferme Verte en Britannia; het llde Linieregiment Honoré en het 12de Linieregiment Mazeppa. Het 9de Linieregiment werd tijdens de nacht van 16 op 17 april bestookt door Duitse artillerie en vliegtuigen. Verdachte optische signalen en ongewoon veel beweging aan Duitse kant deden een aanval vermoeden. Om 6u.10 antwoordde de Belgische artillerie reeds op de koortsachtige Duitse voorbereidingen. Om 7u.30 bestookte de Duitse artillerie het steunpunt Jesuitengoed. De precisie van de Duitse artillerie kon nog verhoogd worden na verkenningsvluchten. De Duitsers namen vervolgens Britannia in en loopgraven van Verbrandesmis, van waaruit Ashoop onder vuur genomen werd. De stellingen Jesuitengoed en Ashoop moesten rond 10u.-10u.30 ontruimd worden. Gebrek aan munitie, defecten aan de zeer doeltreffende mitrailleurs en oververhitting van de Mauser-geweren, waren de technische oorzaken waarom de Belgische verdediging de Duitse aanval niet kon stoppen. Honoré verdedigd door het 11de Linieregiment en Mazeppa door het 12de werden op dezelfde wijze aangevallen. Zware artilleriebeschietingen moesten Duitse terreinvorderingen mogelijk maken. Rond 11u.10 werd Honoré opgegeven en trok men zich terug op Hibou. Onmiddellijk na de Duitse doorbraak begon men aan Belgische zijde met het opzetten van een tegenaanval. Om 9u.00 werd kasteel Britannia beschoten, zodat de Duitsers gedwongen waren in de loopgraven te blijven. Kippe, waar de Belgische tegenaanval om 9u.45 begon, kwam om 12u.30 terug in Belgische handen. De tegenaanval verliep zeer vlot. De snelheid verraste de vijand, die zeer slecht geruggesteund werd door de eigen artillerie. Steunpunten als Obussiers, Ferme Verte, Hermine, Verbrandesmis en Ashoop werden één voor één heroverd. Bij de aanval op Hermine werden 13 Belgische vliegtuigen ingezet. In de loop van de namiddag werden heel wat Duitsers gevangen genomen. Rond 18u.30 werden Jesuitengoed en Honoré onder vuur genomen. Jesuitengoed viel om 21u. 's Avonds stokte de Belgische tegenaanval en was het initiatief opnieuw aan de Duitsers, die vanaf 19u.15 Ashoop en Kippe intensief bestookten. Het Belgische artillerieoverwicht was doorslaggevend bij het tot staan brengen en terugslaan van de Duitse aanval. Toch was juist het zwak presteren van de Belgische artillerie bij het begin van de aanval één van de oorzaken waarom de Duitsers zo massaal en snel konden doorstoten. Het door de infanterie gevraagde barragevuur kwam letterlijk een uur te laat. Ook de coördinatie tussen de twee wapens was zoek. Het inzetten van koeriers, duiven en het werken met optische signalen was veel minder efficiënt dan de door de vijand vernielde telefoonlijnen. Het constant beschieten van de Belgische artillerie en de munitietekorten deden de rest. Maar naarmate de dag vorderde, kwam de samenwerking tussen infanterie en artillerie beter op gang en verhoogde de doeltreffendheid. Van Belgische zijde werden op 17 april 53471 projectielen afgevuurd, waarvan 46457 met kanonnen kaliber 75 mm. De Duitse artillerie ondersteunde de aanval zeer goed tijdens de eerste uren. Maar vrij vlug bleek dat dit van veel te korte duur was om echt gevaarlijk te zijn voor de in de diepte sterk uitgebouwde positie van het Belgisch leger. Het mislukken van de Duitse doorbraakpoging kon voor een groot deel op rekening geschreven worden van het falen van haar artillerie. Pas 's avonds tussen 18u.15 en 19u.15, toen de Duitsers op hun beginposities teruggeslagen waren, was het barragevuur opnieuw krachtig genoeg om de Belgische tegenaanval te stuiten. De slag van Merkem, een onderdeel van het Duitse offensief op het Westelijke Front duurde maar één dag. Voor het Belgische leger was het een belangrijke dag omdat het breken van de Duitse aanval opnieuw vertrouwen gaf. Men achtte zich sinds die dag minstens gelijk aan de Duitsers. (Bron: Catalogus ‘Naamstenen 1914-1918’, Provincie West-Vlaanderen 1988)
Gerelateerde links