Tentoonstelling: To End All Wars? – een bilan van de Eerste Wereldoorlog - Ieper - 26/10/2018
To End All Wars? – een bilan van de Eerste Wereldoorlog
Een tijdelijke tentoonstelling van In Flanders Fields Museum
27/10/2018 – 15/11/2019

OPZET & CONCEPT

Als we de communicatie van verschillende evenementen of herdenkingsinitiatieven in aanloop naar 11 november 2018 mogen geloven, zou de oorlog geëindigd zijn op 11 november 1918, maar dat klopt natuurlijk niet. Die dag werd een wapenstilstand gesloten, tussen militairen, en dat is niet hetzelfde als het einde van de oorlog. De oorlog die aan alle oorlogen een einde moest maken werd officieel beëindigd – in het westen althans – op 28 juni 1919, met het Verdrag van Versailles.

Met ‘Versailles’ werd het lot van Duitsland bezegeld, en de manier waarop dat gebeurde, heeft nadien voor heel wat ellende gezorgd. Ondertussen woedden in Centraal- en Oost-Europa verschillende burgeroorlogen tussen groepen die de macht claimden. In het kielzog van Versailles werden nog vijf volgende verdragen gesloten met de ‘andere verliezers’ van de Eerste Wereldoorlog. De kaarten van Europa en van het Midden-Oosten werden grondig hertekend. Zestig miljoen mensen kregen een nieuwe nationaliteit, en vijfentwintig miljoen zouden daarbij een minderheid binnen hun staatsgrens worden.

De vrede die erop volgde na de conferentie van Parijs zou geen einde maken aan oorlogen, maar juist oorzaak zijn van vele latere conflicten. De oorlog om alle oorlogen te beëindigen zou uiteindelijk slechts ‘de Eerste Wereldoorlog’ genoemd worden. Vandaag woeden nog steeds conflicten waarvan de wortels teruggaan tot Parijs 1919.

Toen In Flanders Fields Museum deze tentoonstelling besloot te maken, stonden de curatoren voor minstens twee grote uitdagingen:
  1. Hoe breng je een dergelijk complex onderwerp op een historisch verantwoorde manier in een tentoonstelling?  
  2. Hoe toon je de gigantische impact van de Eerste Wereldoorlog en zijn nasleep, op de mensen?
Het antwoord op de eerste uitdaging kwam vanuit de vormgeving. Dat kaarten een belangrijk aandeel in deze tentoonstelling zouden krijgen, lag voor de hand. Het winnende concept van Tijdsbeeld & Piece Montée tilt de kaart echter uit haar comfortzone en speelt met verschillende presentaties en interpretaties. Daarbij introduceert de vormgever zijn sterkste troef: de metafoor van de tafel. Een gezin eet, leeft samen en spreekt aan een keukentafel. Een vernielde tafel kan verweesd achterblijven als het oorlogsgeweld is gepasseerd. Aan onderhandelingstafels begeven zich onderhandelaars, vredes- en oorlogsstichters en kaartenmakers, in een poging tot een nieuwe wereldorde te komen. Het bonte tafelplan van het Verdrag van Versailles is een perfecte metafoor voor de veelzijdigheid van de afwikkeling van de wereldoorlog in 1918. Ten slotte is er ook de tafel als spelbord, zij het dan niet met Risk-pionnen, maar met echte mensen en volkeren. In vele gevallen diende de tafel als tekentafel waarbij mensen plots aan de ene of de andere kant van rode potloodlijnen komen te wonen. In de lijn van deze visie vormen vier grote tafels de vier ankerpunten van de tentoonstelling: een vernielde tafel (het Eindoffensief), een achtergelaten gedekte keukentafel (de familie Baccarne), de U-vormige onderhandelingstafel in Versailles (het Verdrag van Versailles) en een enorme spelbordtafel (de overige verdragen).

Om de tweede uitdaging tegemoet te treden, valt In Flanders Fields Museum terug op zijn basisprincipe: de maat van oorlog is de mens. Centraal in de museale scenografie staat de menselijke ervaring van alle betrokkenen, burgers zowel als militairen, slachtoffers en nabestaanden uit de betrokken landen, en dat tijdens en tot lang na de oorlog. In deze tentoonstelling duiken de stemmen op verschillende niveaus op: van burgers en militairen die het Eindoffensief meemaakten, langs een breed en gelaagd uitwerkt familieverhaal uit de Westhoek, over het lot van ‘nieuwe Belgen’ in de Oostkantons, tot een internationale mix aan stemmen die slechts langs de zijlijn kunnen waarnemen wat de gevolgen zijn van de nasleep van de oorlog. Bij wijze van coda pikken we de draad op van het familieverhaal, maar daarnaast confronteren we de bezoeker met een ander gevolg van de oorlog: de omgang met het menselijke verlies. Na de oorlog werden overal in Europa monumenten opgericht om de doden te vereren en herdenken. De namen van vele slachtoffers, voornamelijk burgers, zijn echter nooit in een monument gebeiteld, en werden zodoende ook vergeten bij herdenkingsplechtigheden. Ieper is in dat geval exemplarisch: door zijn tragische oorlogsjaren was tot voor kort niet geweten wie de burgerslachtoffers van de stad waren, zodat er tot op vandaag geen monument bestaat dat de burgers bij naam herdenkt. In deze tentoonstelling rijzen de bakens van een monument dat nooit gebouwd werd …

In To End All Wars? worden de kaarten op tafel gelegd. De kaarten van de oorlog, de laatste veldslagen die tot de Wapenstilstand leidden, en de kaarten van de nieuwe wereldorde die erop volgde. Daarin verdwenen oude rijken en werden nieuwe landen uitgetekend. Lijnen op kaarten beslisten over de nieuwe toekomst van vele miljoenen mensen. Net zoals al zo vaak in de oorlog was aangetoond, bleken die lijnen in de eerste plaats strepen door de rekening.
 
Een bilan van een wereldoorlog ligt hier op tafel(s). Met het lot van enkelen (één familie) en weinigen (slachtoffers uit Ieper en Oost-België) verbeelden we het lot van miljoenen in de hele wereld.

OVERZICHT IN VOGELVLUCHT

TAFEL 1
Het Bevrijdingsoffensief
 
Na een voorjaar van Duitse aanvallen, keerde het tij in de zomer van 1918. De Fransen, met steun van de Amerikanen, startten de tegenaanval  aan de Marne. De Britse legers vielen op 5 augustus aan in de vallei van de Leie en op 8 augustus met Australische en Canadese divisies bij Amiens. In het noorden werden in de loop van augustus Bailleul en de Kemmelberg heroverd. Op 28 september 1918 werd het Bevrijdingsoffensief ingezet, met Koning Albert aan het hoofd van een Belgische, Franse en Britse strijdmacht. De eerste, succesvolle dag (28 september 1918) was tegelijk de bloedigste in de geschiedenis van het Belgische leger. 
 
In een tweede fase namen Franse divisies het centrum van het geallieerde offensief over. Daarbij namen in de laatste fase, vanaf eind oktober, ook twee Amerikaanse divisies deel. Het Belgische Leger rukte gestaag op tussen Roeselare en de kust. De gevechten waren hard en in de zones waar nog niet eerder was gevochten, raakten veel burgers betrokken. Op 11 november hadden de geallieerde legers een lijn van Zelzate, over Gent, Oudenaarde en Ath tot Mons bereikt. In het bevrijdingsoffensief stierven minstens 35.000 mensen in België, onder hen meer dan 2400 burgers.

TAFEL 2
De streep door de rekening van de families Baccarne en Deschepper

 
Lijnen op een kaart zijn in de militaire geschiedenis gekend en belangrijk, maar ze betekenen nooit veel goeds. De frontlijnen van de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek hebben het lot van miljoenen mensen voorgoed getekend. Dat was zowel zo voor militairen die naar hier kwamen van over de hele wereld, als voor de lokale bevolking die woonde en werkte in de dorpen en velden die slagvelden werden.

In de avond van 20 oktober 1914 viel de frontlijn tussen enerzijds Duitse en anderzijds Franse en Britse troepen stil ten noorden van Langemark, tussen de boerderijen van de families Baccarne en Deschepper. De gezinnen van de ouders en broers van het echtpaar Petrus Baccarne en Sylvie Deschepper lagen aan de geallieerde zijde van de frontlijn. Petrus, Sylvie en hun zes kinderen zaten aan Duitse kant. De lijn dreef de families uit elkaar en trok een onuitwisbare streep door de toekomst van hen allemaal, tot op deze dag.
 
De tafel geeft het overzicht van de lotgevallen van de families Baccarne en Deschepper. In een film getuigen enkele leden van de tweede generatie over de oorlog van hun families, in België en in Frankrijk.

TAFEL 3
Parijs 1919, het Vredesverdrag van Versailles

 
Na de Wapenstilstand getekend tussen de nieuwe Duitse regering en de geallieerden op 11 november 1918 eindigden de gevechten op het Westelijke Front. Met het Ottomaanse Rijk was al op 30 oktober in Mudros een wapenstilstand getekend zoals ook tussen Italië en de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije op 4 november. Maar in Oost-Europa ging de strijd nog jaren door, voortgestuwd door de bolsjevistische revolutie en de verzuchting om zelfbeschikking in een aantal landen, zoals Polen, de Baltische Staten en Oekraïne.
 
De Conferentie van Parijs in het voorjaar van 1919 bereidde vredesverdragen voor die een nieuwe wereldorde moesten installeren. Het eerste en bekendste verdrag werd op 28 juni 1919 getekend in Versailles tussen de geallieerden en Duitsland. Het Duitse Rijk kreeg de volledige schuld voor de oorlog en bijgevolg de rekening voor de totale schadevergoeding. Delen van het oude rijk en zijn kolonies werden toegewezen aan andere landen en het leger moest ontwapenen. Internationale conflicten zouden voortaan in een op te richten League of Nations (Volkerenbond) worden geregeld.
 
De VS dat zich met het 14 puntenplan van President Wilson als de architect van de nieuwe wereldorde had gemeld, zou uiteindelijk niet toetreden tot de Volkerenbond.

TAFEL 4
Naar een nieuwe wereldorde in 1924

 
Snel na Versailles volgden gelijkaardige verdragen met de andere Centrale mogendheden. Ook zij traden toe tot de Volkerenbond en kregen de volledige schuld toegeschoven en verloren aanzienlijke gebieden.

Het Verdrag van Saint-Germain-en-Laye, op 10 september 1919, tussen geallieerden en Oostenrijk, werd gevolgd door dat van Neuilly, tussen geallieerden en Bulgarije, op 27 november 1919. Het Verdrag van Trianon, tussen geallieerden en Hongarije, kon pas volgen op 4 juni 1920, na de Hongaarse revolutie van maart 1919. Uit de verdragen ontstonden de nieuwe staten Tsjecho-Slovakije en het Koninkrijk van Serven , Kroaten en Slovenen, wat later Joegoslavië werd.

Het Ottomaanse Rijk werd aangepakt in het Verdrag van Sèvres van 10 augustus 1920. Het bevestigde de Britse en Franse koloniale macht in de Arabische gebieden en hun controle over de Dardanellen. Europees Turkije werd teruggebracht tot een strook bij Constantinopel (Istanbul). De claims van Griekenland en Italië luidden een revolutie in Turkije in, die in 1922 Kemal Atatürk aan de macht bracht. Hij bracht stabiliteit in Turkije en onderhandelde een nieuw verdrag, afgesloten in Lausanne op 24 juli 1923. Dat maakte komaf met Turkse herstelbetalingen en de zone bij Istanbul, Gallipoli en Izmir werd opnieuw Turks.
 
CODA’S – ERFENISSEN VAN DE OORLOG
Coda 1: Een monument dat nooit gebouwd werd

 
Na de oorlog werden in alle betrokken landen monumenten opgericht om de doden te herdenken. Oorlogsdoden identificeren bleek moeilijker te zijn dan een officieel herdenkingsdiscours bedenken. Overal te lande verschenen monumenten die ‘onze helden’ verheerlijkten. Voor militairen was dat etiket haast vanzelfsprekend, voor burgers was dat veel minder. In 1918 bestond in België zelfs geen definitie voor wat een burgerslachtoffer van een gewapend conflict was, wat een van de redenen was waarom slechts een klein aandeel van de burgerslachtoffers werd opgenomen binnen de officiële herdenking.
 
In frontgemeenten als Ieper was het in kaart brengen van burgerslachtoffers erg moeilijk. Chaotische omstandigheden en een verplichte evacuatie van burgers hadden vele sporen uitgewist. Na de oorlog raakte de stad er niet aan uit wie haar burgerdoden waren – een scenario dat zich na WO2 herhaalde – waardoor tot op vandaag in Ieper burgerslachtoffers niet bij naam herdacht worden. Met de inclusieve Namenlijst worden voor het eerst alle burgerslachtoffers van en in de Ieperse deelgemeenten verenigd met de militaire doden afkomstig uit die gemeenten. Met de hulp van burgers vandaag, verrijst hier het monument dat nooit gebouwd werd voor deze slachtoffers.
 
Coda 2: Een oorlog die nooit voorbijgaat
 
De frontlijn die in oktober 1914 de families Baccarne en Deschepper in Langemark-Poelkapelle uit elkaar had getrokken, heeft tot op vandaag gevolgen. De tak van Petrus en Sylvie Baccarne die de oorlog doorbrachten in bezet België, konden pas in 1922 gehavend naar hun streek terugkeren. Petrus was een oude man geworden, een zoon was om het leven gekomen en twee andere waren door de oorlog invalide geworden. Werken in de landbouw was onmogelijk. Noodgedwongen werd een andere stiel geleerd. Zo werden twee broers schoenmaker.

De familietak die de oorlog in ballingschap in Frankrijk had doorgebracht, besloot niet meer terug te keren. De berichten over het voormalige thuisfront waren onheilspellend: het land was totaal vernietigd en bood volgens hen geen enkele toekomst. De ‘verlaten’ akkers van Franse boeren die in de oorlog gesneuveld waren, boden uitzicht op een betere toekomst. Zo vestigden de Descheppers zich definitief in Normandië. Ze werden Fransen.

De Vlaamse en Franse tak bleven generatie na generatie contact met elkaar houden. Zo blijven ze tot vandaag bewust van de erfenis van de oorlog.
 
In deze film getuigen enkele leden van de tweede generatie over hun omgang met de oorlog van hun families, in België en in Frankrijk.
 
TOEKOMST
Scharniertentoonstelling voor In Flanders Fields Museum


Tijdens de eeuwherdenking ‘2014-2018’ werd de keuze van onderwerpen van tijdelijke tentoonstellingen in IFFM grotendeels bepaald door de historische kalender van honderd jaar geleden. IFFM organiseerde zodoende tentoonstellingen over de verschillende grote veldslagen die bij Ieper hadden plaatsgevonden. Na 2018 herwint IFFM de vrijheid om grote thematische tentoonstellingen te maken die losstaan van een symbolische verjaardag of specifiek streekgebonden zijn. In de periode 2019-2023 belicht IFFM de ruime nawerking en verwerking van de Eerste Wereldoorlog, zowel in de streek als internationaal. De langdurige gevolgen duren immers tot op vandaag voort, ook na de eeuwherdenking. Streefdoel is het voeren van een permanent geactualiseerde en post-nationale dialoog over oorlog en vrede die wereldwijd als een inspirerend voorbeeld kan gelden.

Binnen die visie vormt To End All Wars? een scharniertentoonstelling die de brug maakt tussen een historische (de honderdjarige herdenking van het Eindoffensief) en een thematische (de vergaande gevolgen van de Eerste Wereldoorlog) tentoonstelling. De komende jaren zal IFFM dan ook inzetten op een programma van grote tijdelijke initiatieven met een internationale reikwijdte over de na- en verwerking van de oorlog, met onder andere tentoonstellingen over de Wederopbouw (2020) en de Eerste Wereldoorlog in het Midden-Oosten (2022).

Educatie

In de toekomst zal het educatieve luik van IFFM alleen maar aan belang winnen. De komende jaren zal in nauwe samenwerking met Ieper Vredesstad de herinnerings- en vredeseducatie van het museum en de stad permanent geactualiseerd worden. IFFM borgt mee het immaterieel erfgoed i.v.m. ‘herdenken, herinneren en de vredesgedachte’.

In deze tentoonstelling schuilt een enorm educatief potentieel, zowel inhoudelijk als conceptueel. Als To End All Wars? één zaak wil duidelijk maken, dan wel dat geschiedenis altijd over mensen gaat, en over processen waarin mensen betrokken zijn of waardoor het lot van mensen bepaald wordt, vaak tegen hun wil in. En de gevolgen van die geschiedenis kunnen over generaties heen meegedragen worden. Het verleden dient daarom benaderd te worden met de bedoeling om mechanismen te herkennen, te ontdekken, en daaruit te leren om niet meer dezelfde fouten uit het verleden te maken, of op zijn minst de houding van sommige partijen vandaag beter te begrijpen.

To End All Wars? suggereert heel wat verbanden tussen Parijs 1919 en vandaag. In de loop van 2019 zal de Educatieve Dienst van IFFM een educatief pakket uitwerken op basis van de persoonlijke verhalen en de kaart van de nieuwe wereldorde (tafel 4). Door geconfronteerd te worden met keuzes die toen (maar ook vandaag) gemaakt moeten worden, wil dit educatief pakket jongeren een kritische blik en genuanceerd oordeel over oorlog en vrede bijbrengen.
 
COLOFON
Curatoren: Piet Chielens en Pieter Trogh
  • Met medewerking van het Kenniscentrum In Flanders Fields Museum: Birger Stichelbaut, Dominiek Dendooven, Annick Vandenbilcke, Dries Chaerle, Frederik Vandewiere, Jan Dewilde, Lynn Maelfeyt, , Virginie Deroo, Filip Deheegher, Wouter Sinaeve, Ann-Sophie Coene, Sien Demasure, Lars Op de Laak
  • Met dank aan: Aline Thomas; Els Herrebout (Staatsarchiv Eupen); Gert De Prins (Algemeen Rijksarchief – DAO); Dr. Herbert Ruland, Carlo Lejeune, Alfred Rauw en Wilfried Jousten; Inge De Bruyne en familie (schenking Valère De Boodt); Marie Saey en familie (schenking Edgard Saey); René De Clerck; Technische Dienst Stad Ieper.
  • Ontwerp en scenografie: Janpieter Chielens, Lisbet Cools, Rik Jacques, Henryk Virabian  / Tijdsbeeld & Piece Montée
  • Uitvoering: TWIN design, Printville, Bel-Arte kaders, kaders D’haene
  • Techniek: Ivan Claerebout
  • Media: Filip Martin & Fijne Beeldwaren
  • Vertalingen: Marc Hutsebaut (English); Akira Translations (français & Deutsch)
  • Bruikleengevers: Algemeen Rijksarchief – Archief Dienst Oorlogsslachtoffers; Anna Baccarne; Dirk Vandekerckhove; Joseph Baccarne; Kathy Holvoet; Mireille Lieutenant; Philippe Oosterlinck; Sint-Andriesabdij Zevenkerken;
Hieronder enkele foto's genomen op de persvoorstelling op vrijdag 26 oktober 2018.

DSC_0004

Piet Chielens

DSC_0007

DSC_0009

DSC_0012

DSC_0013

DSC_0014

DSC_0015

DSC_0016

DSC_0017

DSC_0018

DSC_0019

DSC_0020

DSC_0021

DSC_0022

Pieter Trogh

DSC_0026

DSC_0027

DSC_0029

DSC_0030

DSC_0033

DSC_0035

DSC_0036

DSC_0037

DSC_0038

DSC_0039
  Pagina aangemaakt door Tekst: IFFM / Foto's: Filip Van Loo.