Herdenkingsjaar van de Slag bij Passendale (1917-2007)
Artikel overgenomen uit de Gidsenkroniek Ieper-Poperinge-Westland, Jaargang 2007/3

Door Aleid Hemeryck

Op het einde van de Canadalaan in Passendale, op ongeveer een halve kilometer ten zuidwesten van de kerk, staat een Canadees gedenkteken ter herinnering aan het korps dat op 6 november 1917 Passendale kon innemen. De gedenksteen, een monolithische hardstenen blok, bevindt zich op een speciaal aangelegde aarden heuvel en is toegankelijk via een brede trappentoegang. Het is één van de gedenktekens in het landschap van de Westhoek die getuigen over de oorlogsgruwel die hier heeft plaatsgevonden. Meer specifiek herinnert deze gedenksteen aan de onmetelijke inspanningen die werden geleverd voor de inname van het dorp Passendale tijdens de Derde Slag bij Ieper.


 
Zinloos oorlogsgeweld

In feite was deze grootscheepse offensieve campagne ingezet met als doel door te stoten naar de havens van Oostende en Zeebrugge en zo een doorbraak te forceren in het vastgelopen front. Het strategisch aanvalsplan voor deze derde slag bij Ieper bestond uit drie onderdelen. Elke fase mocht hoogstens één week duren. De Britse opperbevelhebber generaal Douglas Haig had wel te kampen met verschillende problemen. Er was ten eerste de zware politieke tegenstand in Londen en ook de Engelse bevolking was na de zware nederlagen aan de Somme (zomer 1916) niet meer te vinden voor zo’n omvangrijke aanval. Het aanvalsterrein had zich door de zware gevechten en de natte zomer tot een modderveld omgevormd. Mensen, dieren en voertuigen zakten weg in dikke lagen modder en moeras. Tenslotte nodigde het goed uitgekiende Duitse verdedigings- systeem evenmin uit tot een aanval. Zij beschikten immers over goed uitgebouwde defensieve stellingen, over een specifieke afweertactiek, en maakten gebruik van het Yperiet of mosterdgas.

Uiteindelijk zou deze slag meer dan drie maanden duren. De strijd brandde los op 31 juli 1917 en strandde op 10 november bij Passendale. Er werd 8 km vooruitgang geboekt op een frontbreedte van ongeveer 20 km, met inbegrip van het dorp Passendale. Maar de bruikbaarheid van dit terrein was nihil. De grond was een trechteren modderveld, bezaaid met lijken en verzonken materiaal, omgewoeld en vergiftigd door gas. Bovendien was het gebied strategisch volkomen onbelangrijk. De scherpe uitsprong in Passendale betekende eerder een bedreiging voor de vooruitgeschoven Britse eenheden. De verliezen aan mensenlevens waren enorm: er werden bijna een half miljoen militairen gewond, vermist of gedood. De slag ging dan ook de geschiedenis in als één van de bloedigste veldslagen aller tijden en groeide uit tot een internationaal symbool van oorlogsgeweld in zijn meest gruwelijke en zinloze vorm.

De zinloosheid van het Passendale-offensief werd pas echt schrijnend wanneer de geallieerden zich tijdens het Lente-offensief in april 1918 zonder slag of stoot uit het veroverde gebied terugtrokken.

De Canadese inbreng kwam er nadat op 12 oktober de eerste aanval op Passendale was afgeslagen en de ANZAC-troepen (Nieuw-Zeelanders en Australiërs) voor een groot deel door het Canadese korps afgelost werden. Op 26 oktober begonnen de Canadezen in de gietende regen aan een serie aanvallen. De naam van het dorp heeft ondertussen mythische proporties aangenomen. Passion-dale, ‘dal van het lijden’. Op 6 november konden de Canadezen het dorp, of wat er nog van overschoot innemen. Een paar dagen later liep het offensief helemaal dood op de heuvelkam. Het Canadees monument staat op de plaats van Crest Farm, een hoeve op een dominante positie over de hoogten. Het is één van een reeks gedenktekens die langs het westelijke front werden opgericht op plaatsen waar Canadezen belangrijke gevechten leverden.

De slag herdacht in vijf themaweekends

De verschillende frontgemeenten in de Westhoek zetten nu een groot herdenkingsjaar op om 90 jaar Slag bij Passendale op een passende manier te herdenken. Een internationale plechtigheid met een optocht van het Canadees monument op Crest Farm naar de dorpskom van Passendale zal op 10 november 2007 het slotstuk van dit herdenkingsjaar vormen. De meeste evenementen rond Passendale 1917-2007 worden gebundeld in vijf themaweekends, die in tijd overeenkomen met de onderscheiden fases uit het offensief. De activiteiten vinden plaats op een site, zo dicht mogelijk bij de historische locatie van de desbetreffende gevechten.
 
Het eerste thematische weekend (7-10 juni 2007) wordt opgebouwd rond de Mijnenslag, als proloog op de Derde Slag bij Ieper. Op 7 juni 1917 ontploften negentien krachtige dieptemijnen onder de Duitse stellingen, die een enorme kunstmatige aardbeving veroorzaakte. Het weekend gaat van start met de traditionele vroege ochtendwandeling op 7 juni in de voetsporen van William Redmond. Er volgt onder meer een plechtigheid onder de Ierse toren te Mesen, een herinneringsconcert in de kerk van Wijtschate en theaterwandelingen.
 
Een volgende hoogtepunt in het herdenkingsjaar staat genoteerd op 12 juli 2007. Op die dag wordt de negentigste verjaardag van de Slag bij Passendale en de tachtigste verjaardag van de inwijding van de Menenpoort herdacht. De plechtigheden gaan door op Tyne Cot Cemetery in Passendale en onder de Menenpoort in Ieper. Tegelijk worden in dit weekend, van 12 tot 15 juli 2007, ook alle thematische tentoonstellingen naar aanleiding van 90 jaar Slag bij Passendale geopend. In het kasteeldomein van Zonnebeke, rond het Memorial Museum Passchendaele 1917, gaat dan ook het jaarlijkse museumweekend met ‘Living history’ door.
 
De volgende drie weekends worden telkens opgebouwd rond de nationaliteiten die op dat moment een belangrijke rol hebben gespeeld: de Schotten (26-27 augustus), Nieuw-Zeelanders en Australiërs (4-7 oktober) en tenslotte de Canadezen (9-11 november). De ingrediënten van deze weekends, die allemaal in en rond Passendale plaats vinden, zijn telkens specifieke herdenkingen, thematische wandelingen en allerhande activiteiten die de eigenheid van de nationaliteiten in het licht stellen. Op 25 augustus 2007 wordt eveneens een nieuw Schots monument ingehuldigd op de Frezenberg in Passendale. Een klassieker is ook de boekenbeurs die op 10 en 11 november 2007 in Zonnebeke doorgaat



De herdenkingen rond Passendale 1917-2007 zijn een belangrijke brok van de activiteiten die in de Westhoek plaatsvinden in 2007 rond de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Maar dit is lang niet alles. Het In Flanders Fields Museum (IFFM) belicht vanuit een universeel, menselijk en cultureel standpunt het jaar 1917, het grootste dodenjaar van de oorlog in de Westhoek. Wat betekent de slachting van 1917 in de Westhoek 90 jaar later voor de wereld?
 
Kunst kan de wereld niet redden, maar kunstenaars kunnen wel in onze plaats deze vraag stellen en beantwoorden voor een groot publiek. 2007 wordt het jaar waarin muzikanten, beeldend kunstenaars, fotografen, toneelacteurs, dichters en prozaschrijvers in het In Flanders Fields Museum dat forum krijgen en gebruiken om de blijvend actuele band tussen de gebeurtenissen van toen en de wereld vandaag te onderstrepen. Hoogtepunten in het programma zijn een theaterproductie Francis Ledwidge, the Road Home, een coproductie met Ierland, dat op 15 en 16 juni 2007 in Ieper wordt opgevoerd. Van 7 juli tot 26 augustus 2007 gaat in de Ieperse Lakenhallen een dubbele fototentoonstelling door: 90 jaar Commonwealth War Graves Commission en Verdwijnende Getuigen. Op 8 juli 2007 wordt op de Grote Markt in Ieper een suite voor harmonieorkest uitgevoerd. The Menin Gate Memorial Suite. Van 12 juli tot 14 oktober 2007 krijgt het IFFM een Artist in Residence op bezoek.
 
Al deze en nog andere evenementen werden gebundeld in een evenementenkalender voor “Oorlog en Vrede in de Westhoek in 2007”. Oorlog en Vrede in de Westhoek is een initiatief van de provincie West-Vlaanderen dat het geheel aan inspanningen over de bewaring en de beleving van de herinnering aan de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek wil stimuleren, coördineren en begeleiden. Eén van de werkpunten is het streven naar een grotere eenvormigheid in communicatie tussen de verschillende partners. Een bezoeker van de regio heeft er enkel baat bij wanneer initiatieven uit eenzelfde interessedomein gebundeld worden voorgesteld. Deze evenementenkalender 2007 is gratis te verkrijgen in elke toeristische dienst van de Westhoek en in het provinciaal informatiecentrum Tolhuis in Brugge, samen met ander promotiemateriaal over het netwerk Oorlog en Vrede in de Westhoek.
 
Oorlog en Vrede in de Westhoek heeft een eerste projectfase van vijf jaar achter de rug (2002-2006). De provincie West-Vlaanderen heeft de intentie deze werking verder te zetten en uit te bouwen. Het coördineren van initiatieven en het versterken van het netwerk zal enkel aan belang winnen met de honderdjarige herdenkingen van 2014-2018 in het vooruitzicht. De hoop wordt uitgedrukt dat het oorlogserfgoed tegen dan als werelderfgoed is erkend en dat Oorlog en Vrede in de Westhoek dan als een sterk netwerk de Westhoek kan aanbevelen.
 
Omgeving Passendale, eind 1917 - luchtfoto



Bron: In de Steigers, 14de jaargang 2007, nr.1., Provinciale Dienst Cultuur, Cultureel Erfgoed.



Gepubliceerd op WO1.be op 10/01/2021.