19-jarige opent eigen privémuseum met zelf opgegraven oorlogsrelieken - Poelkapelle - 02/04/2017
Enrique Billiau uit Poelkapelle begon reeds op 7 jarige leeftijd met het verzamelen van allerlei oorlogsrelieken zoals scharpnel balletjes, afgeschoten obussen, … Poelkapelle werd zwaar getroffen tijdens de Eerste Wereldoorlog, van het dorp bleef niets meer overeind.

Op 18-jarige leeftijd kreeg hij echt de microbe te pakken en schaftte zich een metaaldetector aan. Na het verkrijgen van de nodige vergunningen trok hij in zijn vrije tijd de velden in op zoek naar mogelijke sporen uit de Groote Oorlog. “Daar de Slag om Passchendaele hier zolang heeft geduurd, is het niet verwonderlijk dat hier zoveel oorlogsrelieken zijn achtergebleven”, vertelt Enrique. Via een vriend Stijn Butaye, die eveneens een privé museum ‘Pond.farm’ heeft, kwam ik op het idee om eveneens een privémuseum in te richten op onze boerderij. “Het unieke aan dit soort museum is dat bezoekers rechtsreeks in contact staan met de gevonden voorwerpen, ze mogen eens iets vastnemen, wat in een ander museum niet kan omdat de voorwerpen meestal achter glas zitten, wat hier niet het geval is”, gaat Enrique verder. Onontplofte munitie neemt Enrique niet mee naar huis, maar laat die door Dovo ophalen. “Bij de voorwerpen die ik tot nu toe heb gevonden kon niet achterhaald worden aan wie ze toebehoorden”, het zijn onder meer pijpen, munten, riemhespen, munitietasjes, drinkbussen eetgerei, knopen, zakmes, bajonetten, geweren, ook een schoen en enkele schuurvondsten zoals petten. De ‘zwijnestaarten’ (Britse benaming Silent Picket, de Duitse benaming was Hindernis-Schraubpfahl) die gebruikt werden om gebieden met prikkeldraad af te sluiten heeft hij van een collega landbouwer gekregen die deze nog gebruikte als afsluiting van een weide. “Al wie hier gesneuveld is verdient het om op een doeltreffende manier begraven te worden, zij hebben hun leven gegeven voor onze vrijheid. Je zou als familielid van één van de slachtoffers ook niet willen dat je grootvader of familielid ergens onder een vloerplateau ligt begraven. Je zou ook liever een serene grafzerk hebben waar je een laatste eerbetoon kan brengen, al dan niet met een naam op indien deze nog kan achterhaald worden, zoniet de vermelding ‘A Soldier of the Great War’”, besluit Enrique. Enrique wil met zij hobby ook bijdragen tot het veiliger maken van de velden voor landbouwers door gevonden onontplofte munitie te laten weghalen door Dovo. Stiekem hoopt Enrique ooit nog op een voorwerp te kunnen stoten die kan gekoppeld worden aan één van de vele gesneuvelden hier in Poelkapelle.

Het prachtige beknopte museum op de hoeve Bray Farm 17, genoemd naar een hoeve die dienst deed als defentiepost tijdens de Slag om Passchendaele, is vanaf dit weekend geopend. Vandaag ontvangt Enrique zelf al een groep Nederlanders. Hij heeft ook een facebookpagina aangemaakt van het museum ‘Bray Farm private collection’.

DSC_0013

DSC_0015

  Pagina aangemaakt door Filip Van Loo.