Franse militairen in WOI te Langemark-Poelkapelle
Artikel overgenomen uit de Gidsenkroniek Ieper-Poperinge-Westland, Jaargang 2014-3

Auteur: Guy Menu
 
Overal om ons heen gaat er ruimschoots aandacht naar de gebeurtenissen tijdens WOI, echter, maar weinig naar de Franse militaire aanwezigheid in deze oorlog. Niettemin, de Fransen hebben in deze oorlog ook flink hun deel aan gesneuvelden, ellende, ontbering, strijd, vermisten en gekwetsten... enz gehad. Op de gemeente Langemark-Poelkapelle herinneren vier locaties aan de aanwezigheid van Franse militairen gedurende Wereldoorlog 1914-1918, belangrijk genoeg om deze onder de aandacht te brengen.
 
1. Het Hugot-Bosseltje in de Hugotstraat te Langemark



Het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan voor Langemark-Poelkapelle werd eind 1996 goedgekeurd. Een belangrijk actiepunt betrof het project Hugot-Bosseltje, een weidegrond met poel en bosje, gelegen bij 'Wijdendrift' in het zijstraatje tussen de Bikschotestraat en de Diksmuidestraat te Langemark. De weide omvat een oppervlakte van 1ha 28a en werd door de Parijse familie Hugot aan het Gemeentebestuur in 1958 geschonken. De voorwaarde van deze schenking stelt dat de grond nooit in cultuurgrond mag gebracht en de herinnering aan de gesneuvelde Franse soldaten, met betrekking tot de oorlog 1914-1918, levendig dient behouden te blijven. Vóór de oorlog van 1914-1918 bevond er zich een hoeve met poel. Louise-Lucie-Hèléne Hugot en Jean-Pierre Hugot, broer en zuster te Parijs, werden in 1921 eigenaar van deze weide met een poel. De verkoper was Amalia Maria A. Armellini, echtgenote van Camille Isidore J. De Bast. Amalia Armellini werd geboren te Rome in 1848 en werd eigenaar van het hoevetje uit de successie bij het overlijden van haar ouders Louise Jacquemuyns en Virginio Armellini te St. Joost-ten-Noode (Brussel). In het Italië van de jaren 1848 - 1849 leefde een verlangen naar democratische hervormingen met oprichting van een republiek. Dit republikeinse verzet werd in de zomer van 1849 gebroken. Voor véél verzetsstrijders zat er niets anders op dan Italië te verlaten en in het buitenland een betere toekomst te zoeken. Een Belgische vluchtelingenlijst opgesteld in maart 1850 vermeldt 8 Italiaanse asielzoekers, met onder andere Charles Armellini (advocaat en 53 jaar oud) en zijn zoon Virginio Armellini (advocaat en 31 jaar). De asielaanvraag werd door de Belgische autoriteiten gunstig behandeld. In oktober 1850 is vanwege de familie Jacquemuyns te Dadizele zelfs bij de Belgische overheid een tussenkomst gevraagd in verband met inbeslagname van Armellini's goederen in Rome. Omstreeks 1840 was het hoevetje te Langemark eigendom van weduwe Brouckaert Jacques te Dadizele. Bij gelegenheid van Dag van de Natuur 2002 zijn geboortebomen in het Hugot-Bosseltje aangeplant. Thans is het een vredig natuurpark dat herinnert aan de Franse militairen gesneuveld in WOI.
 
2. Monument Chasseurs d'Afrique, Beekstraat te Langemark



In WO I werden achter de Duitse 'Koekuit-Stellung' en de Broenbeek heuse versterkingen opgetrokken. Nabij het kruispunt van de Beekstraat met de Kleine Merkemstraat was een bosje, op Duitse stafkaarten 'Toten-Waldchen' genoemd. De 'Guards Division' ondernam in augustus 1917 (tijdens de Derde Slag om Ieper) verschillende pogingen om de versterkte Broenbeek over te steken. Deze aanvallen strandden steeds door het mitrailleursvuur, afkomstig uit Duitse versterkingen. Ook een poging van de 29ste divisie (in aflossing van de 'Guards division') om de beek over te steken, mislukte op 16 augustus. Ondertussen was de Broenbeek door aanhoudende regen en artilleriegeschut in een moeraslandschap herschapen. Een nieuwe poging van de 'Guards' op 27 augustus faalde.



Pas op 9 september konden ze de blubber en de vijand met hun 'pill boxes' overwinnen. Een verdere doorstoot was niet meer mogelijk. De versterkingen werden ingeschakeld als voorposten, door 'Irish Guards' bemand. Een Duitse tegenaanval op 13 september door het 65ste Duitse Reserve-Infanterie-Regiment dwong de 'Guards' om zich opnieuw achter de Broenbeek terug te trekken. Dit monument herinnert aan Emilien Girault en André Etienne Malliavin, respectievelijk Briga-dier en Adjudant bij het '2e Regiment Chasseurs d'Afrique', op deze plaats omgekomen op 9 oktober 1917. Malliavin werd meteen opgegeven als 'disparu'. Girault werd opgegeven als 'mort par éclats d'obus' en begraven op St. Charles de Potyze in Ieper. De 'Chasseurs d'Afrique' maakten deel uit van de Franse cavalerie. Voor deze ruiterijregimenten was er een koloniale rekrutering in Noord-Afrika. In 1914 telde de Franse cavalerie 6 regimenten 'Chasseurs d'Afrique'. In 2012 is bij het Peace Village te Mesen een gedenkplaat onthuld ter herinnering aan het 1ste regiment Chasseurs d'Afrique.
 
3. Gedenkplaat Franse 87e Division d'Infanterie Territoriale, Kasteelstraat te Langemark



Aan de voorgevel van het gemeentehuis in de Kasteelstraat te Langemark is een rechthoekig witmarmeren gedenkplaat aangebracht met de tekst: "1914 - 1918. Ici le 22 Avril 1915 se déclenchencha la première attaque par le Gaz ou fut décimée la 87e D.I.T. Française, qui arrétait en ce lieu l'invasion Allemande depuis Octobre 1914".

Tijdens de lente van 1915 werden chemische wapens in de oorlog door de Duitsers aangewend. De 87ste Franse Territorialen en de 45ste Algerijnse Divisie verloren terrein en leden grote verliezen met de gasaanval van april 1915.
 
4. Guynemermonument te Guynemerplein te Poelkapelle



Opgericht monument in 1923 met het teken van het Escadrille 3 des Cigognes, ter ere van de oorlogspiloot Guynemer. Guynemer behaalde tal van overwinningen in luchtgevechten gedurende de Eerste Wereldoorlog. Op 11 september 1917 verdween hij tijdens een luchtgevecht met zijn vliegtuig 'Vieux Charles' boven Poelkapelle. Om de vijf jaar wordt er in Poelkapelle een herden-king georganiseerd. Op zaterdagnamiddag 15 september 2012 vond te Poelkapelle de herdenking 95 jaar Guynemer plaats.

Georges Guynemer 1894-1917 - "Mort au champ d'honneur le 11 Septembre 1917. Héros légendaire, tombé en plein ciel de gloire après trois ans de lutte ardente."
 

 
Inhuldigingsdag van het Guynemermonument te Poelkapelle



In de 'tankoorlog' van 1917 liepen tal van Britse Damon-tanks vast in het frontgebied tussen Sint-Juliaan en Poel-kapelle. Zo zat er een Damon II vast in de modder van Poelkapelle. In 1923 is het karkas van de Britse tank naar het marktplein ver-plaatst, maar helaas in 1941 door de Duitsers verwijderd
 
Zie o.a:
  • Erfgoed inzake Langemark-Poelkapelle www.onroerenderfgoed.be
  • Erfgoed Langemark-Poelkapelle, uitgave Georges Vandromme, De Klaproos - D/2010/6526/1
  • Zij, die vielen als helden. Inventaris van de oorlogsgedenktekens. Deel 2. Uitgave provincie West-Vlaanderen 1996.

Gepubliceerd 24/01/2016.