Soldaten uit Oostham gesneuveld in de Westhoek
Door Gaston Janse en Dirk Bertrands, Heemkunde Ham. Bijdrage gepubliceerd in "Het Land Van Ham", jaargang 31, nummer 1.

Eerder in dit nummer trof U al een bijdrage aan betreffende WOI-soldaten. Heemkunde Ham probeerde van eind september tot begin december 2009 iets nieuws uit: een tentoonstelling op de bovenverdieping van het gemeentehuis. Dit gebeuren viel wonderwel mee en leverde heel wat nieuw materiaal op betreffende de gesneuvelden, oud-strijders en weggevoerden van toen. Uiteraard werd deze nieuwe informatie verzameld en opgenomen in de WOI-dossiers.

Ere wie ere toekomt… Die dossiers en eigenlijk driekwart van de invulling van de WOI-tentoonstelling zijn het werk van ons meest bescheiden (waarom denkt U anders dat ik dit artikel moet schrijven?) maar uiterst actieve bestuurslid Gaston Janse. Als U ooit voor familieonderzoek op de pastorie bent gepasseerd, elke tweede zaterdag van 9 tot 12u, dan kent u kent hem want hij wijdt iedereen in in de geheimen van de genealogie. Gaston putte uiteraard uit zijn genealogische database om dossiers over Hamse WOI-soldaten samen te stellen, maar contacteerde ook vorsers uit de frontprovincies en bezocht de militaire archieven in het Brusselse. We hebben er al op aangedrongen deze gegevens te publiceren, maar Gaston weigert voorlopig want: “Het werk is nog niet af!”

We moeten hem eigenlijk gelijk geven want soms duiken er uit onverwachte hoeken nog pareltjes van informatie op. Zo kregen we via Ebay half februari bericht dat een bidprentje van een in Oostham geboren frontsoldaat werd aangeboden. Nu bleek dat toch één van de drie militairen te zijn waarvan we nog geen foto of bidprentje bezaten… Uiteraard werd een flink bod gedaan en de buit is binnen! Terwijl we dit schrijven is Gaston opnieuw ‘op ronde’ en we twijfelen er niet aan dat er opnieuw gegevens boven water zullen komen.

Om een indruk te geven van de WOI-dossiers kozen we voor dit nummer de gegevens van drie Oosthamse soldaten uit die sneuvelden tijdens de eerste wereldbrand. Deze drie jonge kerels van hier stonden dus effectief in de loopgraven en vergoten er hun bloed…

Louis Gestels +1914

Laten we beginnen met Louis Gestels.

Welke gegevens konden we (Gaston) betreffende deze gesneuvelde soldaat bekomen?

In de eerste plaats keken we naar de verzamelfiche van Danny Wilssens. Sinds ‘t begin van zijn onderzoek in 1997 slaagde deze West-Vlaming erin ondertussen ongeveer 50.000 steekkaarten op te stellen van de Belgische gesneuvelden. Danny bleek daarenboven bereid zijn informatie vrijelijk ter beschikking te stellen! Langs deze weg willen we hem trouwens nogmaals danken.

Louis Gestels werd -aldus de fiche- geboren te Oostham op 30 augustus 1888. Hij trad in 1908 in dienst en belandde als soldaat 2de klasse milicien bij de eenheid 10de Linie ½. Louis droeg het stamboeknummer 110/55083. Hij overleed te Kaaskerke op 24 oktober 1914.

De fiche bevat nog een foto, het exemplaar dat u hieronder ziet, maar buiten het feit dat ook 26 oktober als overlijdensdatum vermeld wordt, houdt het hierbij op.



Gaston Janse keek de gegevens van het legermuseum in en ook zijn eigen genea "Het Land van Ham, jaargang 31 nummer 1 37 logische bronnen" (Danny Wilssens werkte voornamelijk op de hospitaaldossiers) en dat leverde meer informatie op! In het dossier van het legermuseum lezen we in verschillende documenten dat Louis ingedeeld werd in de 3de divisie in het 10de Linieregiment. Een bericht van het Ministerie van Defensie, meer bepaald van het ‘Office des Sépultures Militaires’ (Tja, alles maar dan ook alles in het Frans!) meldt dat de Hasseltse rechtbank van 1ste aanleg Louis Gestels, zoon van Edouard Joseph en Lucie Lemmens, op 29 april 1925 officieel dood verklaarde.

Dit gebeurde halverwege de jaren ’20 met alle soldaten die ongeïdentificeerd in het graf belandden of niet werden teruggevonden… Voorts vernemen we via een bericht van het ministerie aan het Strijdersfonds dat Louis Gestels drie maanden echt aan het front verbleef en geen enkele in de achterhoede. Aangezien het front zich drie maanden na het begin van de oorlog pas begon te stabiliseren, mag dit ons niet verbazen. We kunnen wel veronderstellen dat Louis na drie maanden vrijwel onophoudelijke gevechten de uitputting nabij was.

De vragenlijst (gedateerd op 22 november 1920) van het ‘Strijdersfonds’, een document dat door de nabestaanden moest worden ingevuld om na te gaan of zij recht hadden op een uitkering, leert ons dat Ludovicus (!) Gesels een ongehuwde landbouwer was die woonde op het adres Langven nr. 6. Moeder Lucie Lemmens vulde deze lijst in als weduwe; Edouard was immers overleden op 25 juli 1916. Onderaan vernemen we dat Louis’ moeder een ‘begiftiging van 300 frank’ had
ontvangen.

Louis’ ouders: Eduardus Josephus en Lucia Lemmens



Het laatste document in Louis’ militaire dossier was een ‘Akte van Notoriëteit’ waarin de vrederechter van het kanton Beringen de erfgenamen opsomde:
  1. Lucie Lemmens, weduwe van Edouard Gestels, landbouwster te Oostham, zijne moeder
  2. Maria Gestels, gehuwd met Louis Gielen, landbouwer te Oostham
  3. Sidonie Gestels, gehuwd met Henri Vanleeuwen, landbouwer te Olmen
  4. Jan Gestels, landbouwer te Oostham
  5. Maria Monica Gestels, gehuwd met Alfons Kimpen, landbouwer te Oostham
  6. Victor Gestels, werkman te Coursel
  7. Marie Rosalie, ongehuwd te Oostham
    Zijne broeders en zusters.
Een gewone 32-jarige Oosthammenaar uit een gewoon Oosthams boerengezin dus. Wat Louis precies overkwam op 24 oktober 1914, zullen we nooit weten. Zijn dood kaderde echter in de beruchte ‘Slag om de IJzer’ die woedde van 18 tot 31 oktober. Na de aftocht uit Antwerpen probeerde het Belgische leger stand te houden langs de spoorwegbedding op de lijn Nieuwpoort-Diksmuide. Een harde strijd woedde gedurende meerdere dagen en de Belgische intentie leek tot mislukken gedoemd. Ondanks voortdurende Belgisch-Franse tegenaanvallen trokken de Duitsers op 23 en 24 oktober de IJzer over. Daarna laste de Duitse legerleiding een pauze in om de posities aan de westelijke zijde van de IJzer te consolideren. Deze pauze zou beslissend zijn want ondertussen was een begin gemaakt met de inundatie (onderwaterzetting) van de IJzervlakte (tussen de IJzer en de vermelde spoorlijn). Op 30 oktober vielen de Duitsers opnieuw aan, maar het stijgende water fnuikte het offensief. De stellingenoorlog -de loopgraven- kon beginnen. Louis Gestels maakte het niet meer mee. Tijdens de tweede dag van de Duitse doorbraak sneuvelde hij te Kaaskerke, westelijk van Diksmuide.

Zijn lichaam werd nooit gevonden; een naamloos graf in een modderige vlakte…



Eén van de gedenkstenen, de ‘Naamstenen’, die tussen 1984 en 1988 naar aanleiding van de verjaardag van koning Albert werden opgericht. Dit exemplaar bevindt zich vlakbij Kaaskerke (nota van de redactie van wo1.be: deze naamsteen bevindt zich op grondgebied Stuivekenskerke). Louis Gestels sneuvelde in deze onmiddellijke buurt.



Isidoor Vranckx +1916

De steekkaart van Danny Wilssens is in tegenstelling tot de vorige zeer volledig. Isidoor Vranckx, soldaat 2de klasse bij het 12de Linie 2/4, vervoegde het Belgisch leger als oorlogsvrijwilliger. Hij kreeg het stamboeknummer 112/61341 (1086). Hij werd in Oostham geboren op 21 augustus 1893 als zoon van Leopold en Maria Paulina Vandecraen. Hij belandde in het veldhospitaal ‘Cabour’ in Adinkerke en overleed daar op 6 juli 1916 ten gevolge van een geweerkogel die hem in de buik had getroffen (doorboorde abdomen). Isidoor werd twee dagen daarna begraven in Adinkerke. Later kreeg hij een laatste rustplaats op het militair kerkhof in Adinkerke (Heldenweg, graf nr. 1218). Isidoor Vranckx was net geen 23 jaar toen hij sneuvelde en ongehuwd.



Konden we dit overzicht nog aanvullen met gegevens uit het militaire dossier? Wel, we vernamen uit deze documenten dat Isidoor in de achterhoede verbleef van 30 september 1915 (de dag waarop hij werd aangenomen -engagé- als oorlogsvrijwilliger) tot 24 maart 1916 (5 maanden en 25 dagen) en aan het front vertoefde van 25 maart tot (de dag van zijn dood) 6 juli 1916 (3 maanden en 13 dagen).

De vragenlijst voor de uitkering vanwege het strijdersfonds leert ons dat Isidoor Vranckx woonde op het adres Wasseven nr.2. Deze lijst werd ingevuld door zijn moeder die ‘handwerkster’ als beroep opgaf en geboren was op 8 november 1861 te Olmen. Isidoors vader was eerder in Oostham overleden op 27 september 1906.



Op 31 januari 1923 informeerde het Ministerie van Nationale Defensie bij het 12de Linie of Isidoor had deelgenomen aan de slag aan de IJzer in oktober 1914, zie Louis Gestels. Hier werd geen antwoord ingevuld (Isidoor was toen nog niet in dienst). Op de vraag naar de plaats van zijn overlijden kwam de volgende reactie: “Le 6 juillet 1916 mort des suites des blessures reçus en service commandé à Forthem.” Forthem?

Is dat een plaatsnaam? Tot op heden konden we deze niet terugvinden in de buurt van Diksmuide. Waarom Diksmuide? Wel, het bidprentje van Isidoor Vranckx vermeldt dat hij sneuvelde te Diksmuide en in Henri Jamars boek ‘Oostham tijdens de oorlog 1914-18’ lezen we dat hij omkwam in Kaaskerke (vlakbij Diksmuide, sinds de fusie van 1965 is Kaaskerke trouwens een deel van Diksmuide).

Maar Forthem… (aanvulling van de redactie van www.wo1.be: Forthem verwijst naar Fortem, een gehucht van Alveringem).

Over de precieze omstandigheden van Isidoors dood kunnen we weinig zeggen. De grootste gevechten rond Diksmuide waren na 1915 voorbij. Uiteraard gingen de beschietingen en verkenningen regelmatig door en mogelijk werd Isidoor bij zo’n ‘routineus’ treffen geraakt… Op 24 juni 1924 werd in Adinkerke de overlijdensakte van Isidoor Vranckx in de burgerlijke stand ingeschreven.

Isidoor Vranckx overleed in dit hospitaal op het kasteeldomein Cabour in Adinkerke. Het was bij uitstek een chirurgisch hospitaal. Geen wonder dat Isidoor wegens zijn buikwonde hier terechtkwam.





François Werrens +1917

Deze naam is niet bekend in Oostham. François Werrens wordt ook niet vermeld in Henri Jamars ‘Oostham tijdens de oorlog 1914-18’. Toch kregen we deze militair doorgespeeld via Danny Wilssens omdat hij op 6 december 1894 in Oostham geboren werd. Gaston Janse kwam via de gegevens van zijn ouders echter te weten dat het hier om een leurdersfamilie ging; Pierre François Werrens zag dus het levenslicht tijdens een passage in Oostham. De steekkaart van Danny Wilssens bevat geen foto van François en we hadden niet verwacht ooit een illustratie voor zijn verhaal te bekomen… Tot we de melding van Ebay ontvingen.



De fiche leert ons dat Pierre François Werrens het stamnummer 128/22993 droeg, dienst deed als soldaat 2de klasse van de lichting 1914 bij het 4de Jagers te Voet 3/3. Zijn adres bij de indiensttreding was Antwerpenstraat 4 in Diest en zijn ouders waren Gerard en Maria Catharina Julien. Hij liep een borstwonde (doorboorde thorax en rechterlong met slagader) op in Boezinge op 2 januari 1917 en kwam in het veldhospitaal te Hoogstade terecht waar hij op 4 januari overleed. Twee dagen later werd hij in Hoogstade begraven en uiteindelijk kwam zijn lichaam op de militaire begraafplaats in Hoogstade terecht (Brouwerijstraat, graf nr.620). Pierre François Werrens was ongehuwd.



Volgens zijn militair dossier trad hij in dienst op 23 september 1914 (deze datum is nochtans doorstreept en vervangen door het onmogelijke 13 januari 1905, François was toen pas 10 jaar oud). Hij verbleef van 13 januari tot 14 mei 1915 (3 maanden en 33 dagen) in de achterhoede en van 15 mei 1915 tot 4 januari 1917 (19 maanden en 21 dagen) aan het front. Mogelijk verbleef hij voor januari 1915 in Engeland voor zijn opleiding. We troffen in zijn militair dossier immers een document aan opgemaakt door het ‘Comité Militaire Belge à Londres’ betreffende de ‘incorporation des miliciens’. Hierin vernemen we iets over de François’ fysiek:

Taille: 1m68
Visage: allongé
Front: bas (laag voorhoofd)
Yeux : bruns
Nez : large
Bouche : …
Menton : rond (kin)
Cheveux : noirs
Sourcils : idem (wenkbrauwen)


Voorts vernemen we dat hij in het vermelde hospitaal op 4 januari 1917 om 1.45u overleed ‘par suite de blessures reçues en service commandé à Dixmude’. Ook François verbleef dus -net als de twee anderen- in of rond Diksmuide. Het dossier van François Werrens bevat heel wat documenten en een aantal daarvan zijn van minder positieve aard. Het betreft namelijk bestraffingen (punitions). Hier vernemen we ook dat hij voor zijn legertijd mijnwerker was en ook zijn persoonsbeschrijving komt meerdere keren terug, al wijkt dit hier en daar wat af van de eerdere:

Taille: 1m68
Visage: ovale
Front: bas
Yeux : gris-bruns
Nez : moyenne
Bouche : assez grande
Menton : rond (kin)
Cheveux : chatains (kastanjebruin)
Sourcils : idem


Na zijn dood verwierf hij het oorlogskruis en de medaille van ridder in de orde van Leopold II. Nochtans had zijn korpschef hem op 15 oktober 1915 voor vier dagen in het ‘cachot’ gedraaid, op 14 januari 1916 herhaalde dezelfde dat voor 8 dagen en op 20 augustus volgden nog eens 8 dagen kamerarrest. Nu, de respectievelijke vergrijpen waren niet bijzonder ernstig:

“S’ètre rendu pendant le jour dans les reserve avant la ligne de chemin de fer dans le but d’y chercher des têtes de projectiles“.
“Avoir manqué au travail sous prétexte qu’il faisait partie de l’équipe chargée du lancement des grenades“.
“S’étre rendu, sans autorisation, dans le secteur d’une autre division“.


Blijkbaar had François een boontje voor de artillerie of wilde gewoon weg bij de Jagers. Wel, op 24 december 1916 werd François Werrens gemuteerd naar het 3de Regiment Genie. Zijn geluk (?) was van korte duur want 9 dagen later werd hij dodelijk getroffen. Zijn nieuwe eenheid had zijn aanwezigheid nochtans weten te appreciëren. Getuige hiervan de aanvraag voor een onderscheiding (proposition pour l’obtention d’un distinction honorifique). Deze is gedateerd op 3 januari, de dag tussen het fatale schot en zijn overlijden. In deze aanvraag, opgesteld door zijn kapitein, vernemen we wat er op de 2de januari 1917 gebeurde:

“Le 2 janvier 1917, le soldat Werrens faisant partie d’une équipe de bétonnage, travaillant à proximité du pont-rail (B18250 de la ligne de l’Yser). Profitant du repos accordé aux hommes de son équipe pour permettre à ceux de prendre leur repas, il a exécuté par les créneaux (schietgaten) un tir au fusil vers les tranchées ennemies, au cours de ce tir il a été blessé grièvement à la poitrine (borst) par une balle de fusil ennemie. Comme ce militaire présent, au front depuis le 15 mai 1915, s’ y est distingué par son devouement (toewijding, zelfopoffering) assidu (ijverig) et sa conduite courageuse et qu’en ces dernieres circonstances il a manifesté assez son esprit combatif, j’estime qu’il y a bien de le proposer pour une distinction honorifiques pour le motif suivant :

Soldat courageux et dévoué, présent au front depuis le 15 mai 1915 ou il s’ est distingué par son entrain (opgewektheid) et sa vaillance, a été blessé grièvement à la poitrine par balle de fusil, à la digue (dijk) de l’Yser.


Capitaine Beaupain“

Eigenlijk komt het erop neer dat François Werrens tijdens versterkingswerken aan de frontlinie gedurende een lunchpauze door een schietgat een schot in de richting van de Duitsers loste. Deze reageerden echter prompt en accuraat… Vader Gerard Werrens (handelaar, rondreizende kramer) ontving in maart 1924 1475fr voor zijn ontvallen zoon, hetgeen volgens hem 300fr te weinig was. Omdat François niet aan de Slag van de IJzer had deelgenomen, ontving hij deze speciale vergoeding niet. Op 19 juni 1923 werden François’ erfgenamen opgesomd:
  1. Werrens Gerard, zijn vader
  2. Julien Catharina, zijne moeder
  3. Werrens Clementine (°Diest 19.02.1909)
  4. Werrens Jean (°Diest 16.02.1910)
Nog enkele opmerkingen:

In latere documenten en ook op het bidprentje vinden we 2de Jagers te Voet terug ipv. de 4de. Op zijn graf treffen we de naam ‘Werens’ aan. In minstens één ander militair document lazen we ‘Weirens’. Danny Wilssens meldde Boezinge als de plaats waar François gekwetst raakte. Boezinge ligt vlakbij Ieper op zo’n 15km ten zuiden van Diksmuide. Alle legerdocumenten spreken over Diksmuide!

Auteurs: Gaston Janse - Dirk Bertrands


Gepubliceerd 12/03/2010.