100 jaar Slag om de Kemmelberg - Kemmel - 27/04/2018

Na jaarlijkse gewoonte werd de Slag om de Kemmelberg herdacht aan het Ossuaire Kemmeberg, de grootste Franse militaire begraafplaats in België. Voor een 100-jarige herdenking mocht het net iets meer zijn.

Gezien de beperkte parkeermogelijkheden werd besloten de genodigden te ontvangen in de Sint-Laurentiuskerk (Kemmel) om dan met pendelbussen naar de begraafplaats gebracht te worden.

DSC_2998

Niet minder dan 71 vaandels waren aanwezig. Ze stonden onder leiding van Oud-militair Rohny Crombez

DSC_3023

Ook zijn er vele schoolkinderen aanwezig

DSC06008

DSC06011

De Franse en Belgische detachementen stellen zich op

DSC06014

DSC06024

DSC06026

DSC06027

DSC06030

Achter soldaten van de 5e RD staan oud-Spahis uit Hauts de France

DSC06040

Aankomst van de Ambassadeur voor Frankrijk, Mevr. Claude-France Arnould

DSC06092

DSC06097

DSC_3048

Aankomst van de vertegenwoordiger van de Koning

DSC06103

DSC06108

DSC_3052

DSC_3055

Aankomst van de Eeuwige Vlam, de Toorts van de Relais Sacré

Onder de Arc de Triomphe te Parijs brandt er sinds 1923 onafgebroken een Vlam bij de tombe van de Onbekende soldaat. Het was André Maginot, toenmalig Minister van Oorlog, die haar voor het eerst aanstak.
In 1934 werd de Relais Sacré als comité van Herdenkingstoortsen opgericht door André Linville, stichter en directeur van het Journal des Combattants. Hij werd daarbij geïnspireerd door een idee van de Belgische strijders. Enkele dagen voor 11 november vertrokken vanuit alle Belgische provincies toortsen naar Brussel om er op 11 november aan te komen voor de tombe van de Onbekende Soldaat. Ook de oudstrijdersverenigingen waren aanwezig.

De toorts van de Relais Sacré heeft de vorm van een granaat, ter herinnering aan allen die gevallen zijn voor Frankrijk. 

Op 10 november 1935 staken generaal Gouraud te Parijs en generaal Mercier, vertegenwoordiger van de Koning, in Brussel, elkaars toortsen aan met de Vlammen van de twee tombes. Op 11 november 1935 vertrok de Franse toorts van Brussel naar Parijs terwijl de Belgische toorts Parijs verliet voor Brussel. De toortsen werden gedragen door oudstrijders van de beide landen. Ze volgden het parcours van de slagvelden. De twee toortsen kruisten elkaar in Cambrai, waarna elk zijn weg verder zette in tegengestelde zin.

Nu is de Vlam aanwezig op deze bijzondere herdenking. Het doel een oprechte verbinding tot stand te brengen tussen de geesten en de harten van alle generaties.

DSC06139

DSC06145

DSC_3067

DSC06152

Toespraak door Burgemeester, Mr. Marc  Lewyllie

DSC06180

Toespraak door Mevr. Claude-France Arnould, Ambassadeur voor Frankrijk

DSC06218

Duiding door Lt-Kol honoraire Claude Michel, nationaal voorzitter Souvenir Fançais België

In dit ossuarium van de Kemmelberg, hier voor ons, rusten 5 294 Franse soldaten. Onder hen konden slechts 57 lichamen geïdentificeerd worden. Ze zijn gestorven tijdens een van de moorddadigste gevechten van de Eerste Wereldoorlog.

Op 25 april 1918, 100 jaar geleden, kunnen de Duitsers zich na verschillende weken van gevechten meester maken van de Kemmelberg.
De voorbereiding door de artillerie, gestart om 2u30 's morgens, was ontzettend aangezien die gebeurde door omhullende concentratie van batterijen die schoten vanuit zowel het zuiden, het oosten als het noordwesten. De gasbommen domineerden er eens te meer. De aanvalslinies waren zodanig genaderd opdat de machinegeweren zouden kunnen deelnemen.
Deze voorbereiding van de artillerie liet honderden granaten tegelijkertijd neerkomen op kleine plaatsen. Die was werkelijk van de zwaarste aanvallen van de hele oorlog, erger dan bij Verdun en bij de Somme.
Bij dageraad verschenen de flanken van de Kemmel naakt, witachtig, ontdaan van elk spoor van vegetatie.

De aanval begon rond 6 uur, dit keer geholpen door een dichte mist.
De Duitsers dachten hem leeg aan te treffen voor hen; niettemin betwisten de overblijfselen van twee Franse divisies die de stelling bezetten het terrein stap voor stap, en het was pas na een verbeten strijd van drie uur dat zij zich meester konden noemen van de Kemmel. Op het einde van de dag werd met de aankomst van de 39ste divisie (Massenet) de aanval een halt toe te geroepen.

Niettemin hernamen de Duitsers een nieuwe aanval op de 29ste, na een voorbereiding door de artillerie die de hele nacht had geduurd. De aanval zou zich deze keer afspelen over een front van 14km. Op die dag maakte de vijand bijna geen vooruitgang. In het centrum lag het dorp Loker dat keer op keer werd verloren en heroverd.

Intussen werden vijf nieuwe Franse divisies naar het slagveld gebracht door generaal Foch. Hij was niettemin zeker dat de vijand niet verder zou gaan dan Kemmel en inderdaad, de slag doofde beetje bij beetje uit. 
Het tweede Duitse offensief was mislukt net zoals het eerste.

Na deze mislukkingen bleek het nodig om de beslissing elders te gaan zoeken. Het zou het doel zijn van het derde offensief, gevoerd op het Franse front, van zodra de nodige troepen daartoe konden worden vrijgemaakt. Het zou een nieuwe mislukking worden en de laatste voor de beslissende vooruitgang van de geallieerden.

DSC06201

Voorlezen van getuigenissen door kinderen van Heuvelland en Saint-Jans-Cappel en de heer Jean Cordonnier, gemeenteraadslid Bailleul

Het verhaal van Georges Deconinck uit het 'Volksboek Van de Groote Oorlog'
Wij zijn in Reningelst gebleven tot de slag van Kemmel in april 1918. We hadden wel gehoord dat er iets haperde aan het front en de eerste april werden we vermaand dat we ons gereed moesten houden om weg te gaan. Maar de mensen zeiden dat het een aprilvis was. Niemand geloofde het. Rond de tiende april begon het te spannen. De twaalfde april zijn ik en mijn zuster met de beesten naar Watou gegaan bij een kozijn van mijn moeder. Als we terugkeerden hadden ze juist de brouwerij beschoten. Dezelfde dag was vader geopereerd. Ze brachten hem terug van 't Couthof. We hebben hem naar Watou gevoerd en wij zijn hier nog veertien dagen gebleven. Een paar dagen hier, een paar dagen daar en de 27ste april zijn we dan ook voorgoed gevlucht, met paard en kar naar Watou, bij mijn moeders broer. Het hof lag eigenlijk in Winnezele maar we waren meer in Watou dan in Winnezele. De grens loopt daar: Watou is België en Winnezele is Frankrijk.

Nu en dan kwamen we nog een keer kijken naar ons huis, te voet van Watou naar Reningelst. Er was hier niemand meer en het was zelfs raar dat we soldaten tegenkwamen. Op een keer kwamen mijn vader en mijn zuster en ik van ons huis op de Abeelse weg, toen een Frane officier daar afkwam, een kapitein, met een man of twaalf. We hadden twee manden mee en een juk, een beetje potten en pannen en wat huisgerief. 'Vanwaar komt gij' vroeg die officier. 'Van ons huis, kijk daar.' 'En wat hebt gij mee?' We toonden het. 'Eh, bien', zei hij, 'est-ce que ça vaut mieux que votre vie?' 'Zijn die potten en pannen meer waard dan uw leven? Kijk eens wat ik nog over heb van heel mijn compagnie van 120 man. 'Tien of twaalf waren er nog.


DSC_3086

Het verhaal van luitenant Gugelmann
In de morgen van 29 april gaat luitenant Gugelmann aan het hoofd van zijn sectie mee in de tegenaanval. 's Middags wordt de hele groep als vermist opgegeven. Maar de realiteit was wel even anders.

Gugelmann en zijn soldaten kwamen goed vooruit tussen de Scherpenberg en de Noordhoek, tot ze onder Duits spervuur terechtkwamen. Overal ontploften er granaten, heel wat soldaten sneuvelden. Er bleef geen andere keuze dan zo snel mogelijk weg te vluchten. Uiteindelijk bleven er van de hele sectie slechts twee man over. Gugelmann en korporaal Champion. Beiden belanden in een klein, wat vergeten niemandsland. De Duitse en Franse kanonnen hadden dit klein deel van het front nog niet ontdekt. Beide mannen vinden een diepe granaattrechter waarin ze zich verstoppen. Maar wat later springen ook twee opgejaagde Duitse soldaten in dezelfde kuil: de ontmoeting is totaal onverwacht.

Gugelmann was afkomstig uit de Elzas en sprak vlot Duits. De eerste kennismaking is vijandig, maar allen begrepen dat ze best rustig konden blijven, om te ontsnappen aan de artillerie. De vier soldaten beslissen ter plaats te blijven. Vanaf het ochtendlicht van 30 april wagen ze de terugtocht, elk terug naar de eigen frontlinie. Helaas wordt korporaal Champion onderweg toch nog gedood. Maar Gugelmann zal, tot ieders verbazing, in levende lijve terug verschijnen tussen zijn kameraden. Allen waren ervan overtuigd dat hij gesneuveld was. Wat er van de twee Duitsers geworden is, weten we niet.


DSC_3089

Het verhaal van Julien Soen, soldaat 416de Infanterieregiment
Kemmel en Bailleul, beide martelaarsteden en totaal vernield, zijn nauw verbonden door de Groote Oorlog en in het bijzonder door de periode april 1918.

Nauwelijks 3km van de Kemmelberg zou Bailleul als achteruitgelegen basis dienen voor Franse en Britse troepen die de troepen zouden leveren voor dit deel van het front. Deze 100jarige herdenking is me bovendien dierbaarder en treffender aangezien mijn grootvader Julien Soen, soldaat bij het 146de infanterieregiment, toen 24 jaar oud, bij diegenen was die aan deze verschrikkelijke slag hebben deelgenomen.

Toen ik 12 jaar was, vertelde mijn grootvader in zijn Vlaamse geboortetaal van Bailleul wat hij in die periode van buitengewoon geweld, verschrikkelijke dagen met zwaardere bombardementen dan die van Verdun (100 granaten per minuut), heeft beleefd. De bodem werd constant omgewoeld, de granaatinslagen maaiden onverbiddelijk mannen weg die bezweken, terwijl ze om hun moeder riepen.

Deel uitmakend van die plaats zelf, tijdens de aanval op de Kemmelberg in een oorverdovend lawaai, in de modder, het water en het bloed, het aantal makkers strijdgenoten in een oogopslag zien verminderen, hoopte hij aan die slachting te ontsnappen.

In die nachtmerrie beëindigden de gasgranaten het offer van die mannen in een irreëel apacalyptisch beeld. Vooruitgaand onder machinegeweervuur, waggelend, vallend en soms zelfs in bomkraters op zijn eigen vrienden die baadden in hun bloed, wist hij daaraan te ontsnappen om zijn onverbiddelijke missie verder te zetten. Hij beschreef me zijn wapenbroeders, getekend door hun leed, waarvan de uniformen en de kuitbanden doordrenkt waren van menselijke resten.
Mijn voorvader was te voet vertrokken uit Bergues om hier misschien zijn leven te beëindigen,  op de voortaan droevig bekende hellingen van de Kemmelberg. Bij het vallen van de nacht toegekomen op de Scherpenberg, uitgeput, uitgedroogd, had hij zelfs zonder er acht op te slaan meteen gedronken van een plas van waar bij dageraad de bloedende kadavers opdoken.

Hoe die 4 000 soldaten die hier in een enkele dag het leven lieten niet vergeten, wat aan deze plaats de naam zou geven van het 'Verdun van Vlaanderen'.?
Met grandeur en veel emotie zou ik vandaag de wapenmakkers van mijn grootvader willen groeten en eren, zij met wie hij 4 jaar van zijn leven heeft gedeeld, jong en tot de wapens geroepen.
Hoe had ik ooit kunnen geloven dat ik op een dag dit ultieme eerbetoon had kunnen brengen?

Zijn regiment, het 416de infanterieregiment, werd trouwens geciteerd in het Gulden Boek van het Ossuaire voor deze heldhaftige daden en getuigt van de verbeten en harde gevechten die deze soldaten hebben doostaan. Het is niet zonder grote emotie dat wij vandaag hun graf zullen bebloemen.
Laten wij nooit vergeten welk offer zij hebben gebracht en laten wij steeds hun herinnering doen voortleven ten einde voor onze toekomstige generaties het klimaat van vrede te bewaren, dat zo dierbaar verdedigd werd door onze voorvaderen.

Ik zou alle mandatarissen en alle levendige krachten in België en Frankrijk die van dichtbij of van ver vandaag hun herinnering herdenken, hartelijk willen danken.

Ik hoop dat Heuvelland en de stad Bailleul in de toekomst verder blijven werken aan de opdracht tot herinnering van deze helden, wat zal bijdragen aan de culturele en economische maar vooral ook menselijke toenadering tussen buren die zo dichtbij zijn als wij.

Ik dank u voor uw aandacht.


DSC06265

Bloemenhulde

Voor het Koninkrijk België, de vertegenwoordiger van de Koning
 

DSC_3102
 

Voor de Ambassade Frankrijk, Mevr. de Ambassadeur Claude-France Arnould

DSC_3106

Voor de Ambassade Nieuw-Zeeland, de Ambassadeur Gregory Andrews en voor de Ambassade Groot-Brittannië, Mr. Alan Campbell, Deputy Head of Mission

DSC06299

Voor Des Français du Benelux, Mr. le député Pieyre-Alexandre Anglade 

DSC_3110

Voor het Ministerie van Defensie, Mr. Pascal Heyman, voor Minister-President Vlaamse Regering, Mevr. Cindy Verbrugge, voor de Vlaamse Regering Mr. Pierre Ruffelaere en de Commissaris-generaal voor de herdenking van WO1, Mr. Paul Breyne

DSC06311

DSC06318

DSC06321

DSC06322

Voor de Amerikaanse Ambassade, Lt-Kol Gabriel Chinchilla en voor de Duitse Ambassade, Mevr. Nadine Kirmse

DSC06332 (2)

Voor de Stad Mesen, Burgemeester Sandy Evrard, voor de Gemeente Heuvelland, Burgemeester Marc Lewyllie, voor de Commune Comines-Warneton, Burgemeester Marie-Eve Desbuquoit

DSC06339

Voor Chef Defensie, Generaal-Majoor van het Vliegwezen Lutgardis Claes, Militair Gebiedsbevelhebber van het Vlaams Gewest, voor het Militair Commando Provincie West-Vlaanderen, Lt-Kol Christophe Onraet en voor l'Union Nationale de l'Arme Blindée Cavalerie Chars, Général de corps d'armée André Marie d'Anselme

DSC06347

DSC_3130

DSC_3133

Voor het Com Competentiecentrum Steunmaterieel en Producten, Kol SBH Vermeulen en Cdt Hauy voor het 5e Regiment Dragons

DSC_3136

DSC_3135

Voor Ville de Bailleul, Maire Marc Deneuche, voor de Commune de Saint-Jans-Cappel, Maire César Storet & 2 enfants du Conseil Municipal des Jeunes, voor de gemeente Zonnebeke, Schepen Mevr. Sabine Vanderhaegen

DSC06370

Voor de Commune de Bezonvaux, Maire Maurice Michelet, voor de Commune de Gincrey, Maire Jean-Louis Periquet, voor de Commune de Maucourt-sur-Orne, Maire Alain Lietz
 

DSC_3151
 

Voor Servio - Koepelvereniging voor Belgische oudstrijders en veteranen, Mr. Leon De Turck en Mr. Christian Delgoffe, voor de Ville de Tourcoing, Maire Didier Droart, voor Souvenir Français pour la Belgique, Délégue General Lt-Col honoraire Claude Michel

DSC06384

DSC06390

Voor Souvenir Français Afdeling Roeselare, Mr. Thierry Van Paemel, voor l'Union National des Combattants (Section Croisé/Rouges-Barres/Buisson), Mr. Jean-Claude Serlooten en voor The Belgians Remember Them, Mr. Wilfred Burie

DSC06403

DSC06405

DSC06406

Voor l'Union Nationale des Combattants de Bollezeele-Boxeele, Mr. Jean Maniszewski, voor l'Entente des Associations Patriotiques de Comines-Warneton, Mr. François Maekelberg en voor l'Amicale des Anciens Zouaves du Nord/Pas-de-Calais, Mr. le président Michel Denis

DSC06411

DSC06417

DSC_3164

Aansteken van de Vlam door de Ambassadeur voor Frankrijk, Mevr. Claude-France Arnould

DSC06426

DSC06436

DSC06442

Sonnerie aux Morts en Moment van Stilte

DSC06451

DSC06456

DSC06457

Nationale Hymnes Frankrijk en België door schoolkinderen onder begeleiding van de Muziekkapel

Marseillaise

DSC_3183
 

DSC06476
 
DSC06477

DSC06479
 
DSC_3177
 
Brabançonne

DSC06498

DSC06491
 

Afscheid van de vertegenwoordiger van de Koning

DSC_3188

Doven van de Vlam door Burgemeester Marc Lewyllie

DSC06518

DSC_3195
 

Afscheid van de Ambassadeur voor Frankrijk

DSC06525

DSC_3347

Pagina aangemaakt door IDG en Dominique Bascour