Remembrance Louis Hébrard - Ieper - 06/03/2019
Vrienden In Flanders Fields Museum
Remembrance op 6 maart 2019 op de Franse begraafplaats Saint-Charles de Potyze in Ieper

De DODEN van 6 MAART
Soldat 2e Classe Louis HÉBRARD
153e Régiment d’Infanterie, Armée Française

In het kader van het Europese project MEMORY (Make European Memory Our Res-ponsability towards Youth) bezocht een delegatie vanuit Dunkerque (CEFIR, Maison de l’Europe en de Communauté Urbaine de Dunkerque) en de steden Rostock en Gdansk, op 6 maart 2019 de Vredesstad Ieper. Hen laten kennismaken met de unieke herdenkingspraktijk die de VIFF-remembrance over vele jaren is geworden, leek hen en ons zinvol.

6 MAART

Uit alle doden die in de Namenlijst zijn opgenomen met als sterfdatum 6 maart kozen we één naam: Soldat 2e classe Louis Hébrard. Hij is een van acht leden uit het Franse 153e Régiment d’Infanterie die op 6 maart 1915 omkwamen. Van die acht personen heeft alleen hij een door ons vandaag gekende laatste rustplaats: graf nr. 429 op de Franse nationale begraafplaats St.Charles-de-Potyze in Ieper.

Maar met Louis Hébrard herdenken we uiteraard ook elk van de 415 slachtoffers die op 6 maart als gevolg van de Eerste Wereldoorlog in België omkwamen. De Namenlijst wil een inclusief dodenregister zijn van alle slachtoffers die door toedoen van de Eerste Wereldoorlog in België om het leven kwamen of er worden herdacht. De 415 namen zijn verenigd met dezelfde sterfdatum. Maar er zijn zeer veel manieren om hen in zeer verschillende groepen te verdelen of samen te brengen.

Naar het jaar van overlijden:
  • 157 in 1915
  • 58 in 1916
  • 51 in 1917
  • 115 in 1918
  • 30 in 1919
  • 4 in 1925
Naar het onderscheid tussen burgers en militairen
  • 46 slachtoffers waren burgers. 369 waren militairen: 129 in het Duitse leger, 113 in het Britse, 80 in het Belgische, 34 in het Franse, 8 in het Canadese en 5 in het Australische leger.
Naar rang: van de militairen waren er 13 officier, 53 onderofficier en 303 gewoon soldaat, matroos, artillerist, ruiter etc.

Naar geslacht: 5 vrouwen en 410 mannen

Naar land of plaats van geboorte:
  • 255 waarvan we de geboorteplaats kennen:
  • 1 uit Polen, India en Tunesië
  • 2 uit Algerije en Australië
  • 3 uit Ierland en Canada
  • 17 uit Duitsland
  • 31 uit Frankrijk
  • 93 uit het Verenigd Koninkrijk
  • 101 uit België
  • 24 waarvan we wel het land van geboorte kennen, maar niet de geboorteplaats en
  • 136 waarvan we het land van geboorte wel kunnen vermoeden maar nog niet kennen. Er is nog werk!
LOUIS HÉBRARD

Louis Hébrard werd op 1 mei 1894 geboren in Nissan-lez-Enserune in het arrondissement Béziers, in het département de l’Hérault in het zuiden van Frankrijk. Hij werd opgeroepen met de militieklasse van 1914 in Béziers, en werd soldat 2e classe in de 4e Compagnie van het 153e Régiment d’Infanterie, in de 39e Division d’Infanterie. Uit het vele werk voor de Namenlijst weten we dat dit regiment in drie periodes in de Westhoek was en een zeer zorgvuldig Journal de Marche (JMO) bijhield, waarin alle slacht-offers, doden, gewonden, vermisten en zieken bij naam worden genoemd, zonder onderscheid van hun rang in het leger. Daaruit blijkt dat deze verliezen zeer hoog waren. In de eerste periode telde het regiment dagelijks niet minder dan 37 verliezen, waarvan negen doden, per dag!



153e Régiment d’Infanterie, Armée Française

6 maart 1915 was bijna exact zo’n gemiddelde dag.

Het JMO maakt melding van volgende doden :
  • Dormont Albert (caporal fourier), Javeland (2e cl.) (1ère Cie)
  • Hébrard (2e cl.), Pavé (2e cl.) (4e Cie)
  • Robert (2e cl.) (5e Cie)
  • Werner Emile (2e cl.) (6e Cie)
  • Nicolaï Marcel cl.13 No 3055 (9e Cie)
  • Lafitte Prosper (3e Cie)
Caporal-Fourrier Albert Louis Dormont kreeg een overlijdensfiche met 7/3/1915 als overlijdensdatum en soldat 2e cl. Pierre Cyprien Georges Marie staat in de JMO op 5/3/1915 genoteerd, maar op zijn fiche bij de doden van 6 maart.

Van al deze doden is alleen de laatste rustplaats van Louis Hébrard bekend tot op deze dag: graf nr. 429 in de Nécropole nationale de St.Charles-de-Potyze in Ieper. Eén graf staat dus voor 7, 8 of 9 doden uit het Franse Zuiden…

Als doodsoorzaak staat op zijn fiche "overleden aan verwondingen". Het is dus mogelijk dat Louis overleed in de verbandpost van St.Charles de Potyze zelf, die op dat ogenblik nog in gebruik was in het wijkschooltje van de Potijze, hier in de noordwestelijke hoek van deze begraafplaats. Een andere mogelijkheid is dat hij onderweg hier naartoe overleed, tijdens het transport vanuit de loopgraven ten oosten van Zonnebeke.

DODENMONUMENT

Nog een laatste woord over de 20 jarige Louis Hébrard uit het Franse zuiden. Zijn geboortedorp Nissan-lez-Enserune is nu een vrij snel groeiende gemeente in het arron-dissement Béziers. Vandaag wonen er bijna 4000 mensen, in 1914 waren dat er ruim duizend minder. Op het dodenmonument voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog staan 112 namen, ongeveer 15% van de toen dienstplichtige inwoners. Dat is een hoge tol. Vijf van die namen vinden we ook in de Namenlijst terug. Twee stierven in het eerste oorlogsjaar, drie in de nadagen van de Kemmelslag. Vele tientallen van de 112 namen zijn voor de bewoners van Nissan vandaag niet meer zo goed gekend. Van vier van de vijf namen uit de Namenlijst hebben we zelf details kunnen toevoegen op de fiche die aan het dodenmonument is gewijd op de website Geneanet. Louis Hébrard was tot vandaag enkel gekend als L. Hebrard (1914-1918). Dank zij deze herdenking zijn we weer een stukje dichter gekomen bij een gruwelijke werkelijkheid, vandaag 104 jaar geleden. En vandaag zijn ook deze plek en Louis’ geboorteplek een stuk dichterbij gekomen, omdat ze herkenbaarder voor elkaar zijn geworden: een plaats van geboorte en een plaats van herdenken.

Het is een goede reden om deze remembrances te blijven houden.

Daphné - 20190306 - 001

Daphné - 20190306 - 002

Daphné - 20190306 - 003

Daphné - 20190306 - 004

Last year the In Flanders Fields Museum invited British artist Val Carman as an artist in Residence. Her project Assembly (The Journey & Regret) revolved around five empty chairs from the church of Passchendaele. The Assembly project took those five chairs along with a registry containing 174,000 names of British and Irish soldiers who died in Belgium, on a four-year ‘homecoming’ tour of 23 different locations in Great Britain and Ireland. As the centenary commemoration was coming to an end and the chairs and registry finally returned to the place they started out from on 4 August 2014, the Assembly still needed an injection of transnational, global significance. The concept of absence as expressed by the empty chairs resonated equally everywhere, a heartfelt grief in every household worldwide that had lost someone in the war, whether civilians or soldiers, whether former allies or old foes. The Names List, which records the names of those who died on Belgian soil, reveals places of birth in at least 120 different countries. So we are left with a world-spanning commemoration featuring more than 120 countries forever connected to Belgium as a result of this war and the suffering it caused.

Consequently the museum started in the spring of 2018 to send out invitations to ngo’s, expats, new Belgians, veterans’ organizations, interns, artists, cultural institutions, authors with an interest in the First World War and occasionally an embassy. Then again, there were individuals who had caught wind of the invitation via social media or other channels. Whereas Val Carman and the museum first figured the chairs would achieve significance just by making the journey from the land of birth to the land of death, it became increasingly clear that people wanted to truly become part of this project by sending over special chairs. Or by attaching special stories to everyday chairs. Thereby turning them into special chairs anyway. Once this dawned on us, we decided to include the chairs in the collection of the museum afterwards. It will be another way to enrich and embolden the memory of future generations with stories of contemplation and commemoration.

This elegant French dining room chair was donated by the grandchildren of Georges Lamour. Georges was married to Angèle and by the time the war broke out they already had three children. Georges was called into service and was killed at Bikschote near Ieper on 22nd april 1915 between 5 and 7 o’clock. His body was never recovered.

He was one of the approximately 80,000 soldiers of the French and French Colonial Armies who died on Belgian soil. Almost 75.500 of them were born in France. 
 
Françoise et Dominique Vitale
Les Petits enfants de Georges Lamour

 
"Mon mari et moi, nous sommes venus à Ypres pour l'inauguration, le 9 novembre. Nous avons suivi avec émotion les phases de cette "cérémonie": l'exposition des chaises dans la cour de la halle, le cheminement jusqu'au jardin, l'accompagnement des enfants portant les lanternes, la mise en place des chaises et à la nuit tombée, le silence et le scintillement des lanternes. Cent ans auparavant, notre mère, la fille de Georges Lamour, entendait les cloches sonner et espérait le retour de son père. Elle ignorait encore que la chaise était vide."

Daphné - 20190306 - 005

Daphné - 20190306 - 006

Daphné - 20190306 - 007

Daphné - 20190306 - 008

Daphné - 20190306 - 009

Daphné - 20190306 - 010

Daphné - 20190306 - 011

Daphné - 20190306 - 012

Daphné - 20190306 - 013

Daphné - 20190306 - 014

Daphné - 20190306 - 015

Daphné - 20190306 - 016

Daphné - 20190306 - 017

Daphné - 20190306 - 018

Daphné - 20190306 - 019

  Pagina aangemaakt door WO1.be - Greatwar.be / Foto's/Pictures: Daphné Vangheluwe.