De 'Gauloise' in de Karabiniersstraat (Zuidschote): WO I én II
(Volgend artikel is in licht gewijzigde vorm overgenomen uit De Boezingenaar, Tweemaandelijks Tijdschrift over Boezinge en Zuidschote Toen en Nu, 34ste jg., nr. 3, mei 2007, pp. 49-53).

Elders in deze reeks Geschiedenisbijdragen op de website zijn andere bunkers op het grondgebied Boezinge-Zuidschote ter sprake gekomen: een artikel over de Ziegler-bunker (Slaaktestraat), een over een bunker in de Oostpoezelstraat, een over twee bescheiden bunkers in Zuidschote (bij het Withof in de Grenadiersstraat, en in de Steenstraat bij Lizerne), een over de Goumier Farm bunker in de Briekestraat, en een over een ondergrondse schuilplaats en een 'schijnbunker' (resp. Kleine Poezelstraat en Moortelweg). Het exemplaar dat in dit artikel gepresenteerd wordt is niet de enige van de overblijvende in Boezinge-Zuidschote, maar hij mag er beslist bij, want niet zonder historisch belang, zelfs in W.O. II. En het kind heeft buiten een nationaliteit (Frans) zelfs een naam en geboortemaand (?).

Hoewel hij slechts een 10-tal meter van de straat staat, enigszins aan het gezicht onttrokken door een haag, is hij zeker in de zomer goed genoeg gecamoufleerd door enkele struiken om te ontsnappen aan het oog van de voorbijganger of voorbijfietser. (Zie foto 1) We hebben het over een kleine tot middelgrote bunker in de Karabiniersstraat nr. 6, de asfaltweg die vanaf de Zuidschootse kerk noordelijk veldinwaarts loopt. Aan de rechterzijde, op 400 m van het begin van de Karabinersstraat en van de kerk dus, en nabij de groentetuin van de boerderij "Schutsgaarde" van Rik Oreel. (Vóór W.O. I was dat de hoeve Henri Cornelis (1861 - 1926) en Elodie Deleforterie.)





Foto 1 - Gezien vanaf de haag langs de Karabiniersstrat, achter de moestuin, en halvelings verscholen achter wat struiken en lage populieren: de Franse bunker.

Het gaat om een alleenstaande halfondergrondse betonconstructie. De afmetingen zijn 4.90 m (straatzijde) op 4.50 m. Het dak is ongeveer 0.85 m dik. Aan de zuidzijde (de zijde gericht naar de ernaast staande schuur) is er een deuropening van 0.78 m breed. De dikte van de muur is er 0,52 m. Dik, maar volgens onze schattingen en metingen minder dik dan de andere muren ! Er is ook een vensteropening (0,40 x 0,40 m) naast de toegang.

Je treedt de constructie binnen via trapjes, in een ruimte van 1,90 m hoog, met grondafmetingen van 3,20 x 2,25 m. Dit komt erop neer dat de dikte van de muren varieert van ongeveer 1,10 m tot 0.80 m, naargelang van de richting ! Het geeft een geborgen en "warm" gevoel, achter die veilige muren. En dat wordt - in een andere betekenis - bevestigd door de afgeschuinde noordoosthoek, vermoedelijk voor een schouwtje voor een kacheltje.

Het beton is destijds gegoten geweest tegen een houten bekisting, en ook tegen zandzakjes. De textuur daarvan is nog te zien !. En vermoedelijk ook tegen boomstammen. Dit is te zien aan de westkant (straatkant). (Zie foto 2) De onregelmatige buitenmuren doen veronderstellen dat in de tijd dat hij opgetrokken werd, dit tegen een gebouw was, dat nu verdwenen is, en niet meer herbouwd na de oorlog.



Foto 2 - Aan de toegangszijde: Georges Smagghe, hoofdredacteur van De Boezingenaar, en (gehurkt) Hannelore Decoodt, die in die periode alle oorlogsrelicten in de Westhoek aan het inventariseren was. Let op de afdrukken van zandzakken en boomstammen aan de westzijde van de bunker.

Maar wat bij ons het meest de aandacht trok, was - naast het venstertje en op de zuidwesthoek van de bunker - een … inscriptie ! Duidelijk leesbaar, maar onvolledig doordat stukken beton afgebrokkeld waren. En die lazen we als : (Zie foto 3)

265ème D'ARTILLERIE
….ème BATTERIE
La Gauloise
…..bre MDCCCCXVII



Foto 3 - De inscriptie, met eenheid, naam en (onderaan) bouwperiode …bre MDCCCCXVII (1917).

Jammer dat van de maand alleen de laatste lettergreep (net niet meer op de foto) te lezen is, maar ...bre zal dus een van de laatste maanden van 1917 zijn. Navraag heeft ons geleerd dat uit de inscriptie af te leiden is dat het hier gaat om een bouwsel van de 265ème Régiment d'Artillerie de Campagne. Dit artillerieregiment behoorde tot de 133ste Infanteriedivisie, en die was gelegerd in de sector Bikschote (waarbij ook Zuidschote behoorde) tussen 15 september en 6 oktober. We mogen dus aannemen dat de "La Gauloise"-bunker in deze periode opgetrokken werd: eind september 1917.

Eigenlijk een relatief veilige periode. Het begin van de Derde Slag om Ieper (31 juli 1917, met de Slag van Pilkem) was al bijna 2 maanden achter de rug, en de Duitsers waren door de Geallieerden al achteruitgedrongen weg van de vaart (wat zou leiden tot de slachting van Passendale eind okt. - nov.). Ze zouden bij de Vierde Slag bij Ieper (april 1918) wel weer vooruitrukken, dichter bij Ieper dan ooit, maar in het noorden toch niet dichter dan Pilkem.



Foto 4 - Zoals de meeste bunkers in de streek wordt het bunkerinterieur nu gebruikt voor vreedzamer doeleinden. Inclusief niet langer operationele grasmaaiers.

***

Tweede Wereldoorlog

Daarmee is dit bunkerverhaal niet af. Want in de periode van het opmaken van dit artikel lazen we toevallig in Ticket dat de bunker ook een rol speelde in de Tweede Wereldoorlog. Dat was in een artikel over flessenverzamelaars Julien Maricau (°1921), Vlamertinge, en Louis Verwaerde (°1923), Oostvleteren. (Getuigen om niet te vergeten, in: Ticket, 20 april 2007 p. 17) Nadat zij hun flessenverhaal gedaan hebben, gaat het artikel verder, en vertelt Julien, staande aan het graf van een Brits soldaat bij de kerk van Zuidschote, hoe hij bij het begin van W.O. II gemobiliseerd werd, in Vannes (Fr.) weer gedemobiliseerd, en dan met een oude fiets begin juli 1940 terug naar Vlamertinge fietste. En dan, zo vervolgt hij:

"Toen ik een paar dagen later tijdens een fietstochtje passeerde in Zuidschote, zag ik aan de ingang van de Karabiniersstraat allemaal uitgebrande voertuigen. Ook café Gemeentehuis was volledig uitgebrand. Pas in augustus 1994, tijdens een nieuw fietstochtje, kreeg ik het hele verhaal te horen. Ik stopte weer in de Karabiniersstraat om een praatje te slaan met een man die daar aan zijn voordeur zat. [Na wat navraag bleek dat die Zuidschotenaar, die inderdaad vaak aan zijn voordeur zat te zonnen en praatjes te slaan, Henri Gremonprez geweest zou zijn, 1928-1996.] Hij vertelde mij het verhaal van mei 1940 en van William Lancaster en zijn 72 kompanen die aan de kerk begraven liggen.

Henri Gremonprez was 12 jaar toen de hel losbarstte boven het anders zo vredige dorpje. De Duitsers naderden en hij zat samen met zijn ouders en nog enkele dorpsgenoten in een bunker die nog dateerde van 14-18, die in de Karabiniersstraat. Een aantal Engelse soldaten die deel uitmaakten van een expeditieleger verplichtten hen 'den abri' te verlaten. Toen zijn vader weigerde, kreeg hij een bajonet tegen de borst. Ze zijn dan maar gevlucht naar Oostvleteren.

Een Engelsman, William Lancaster, zoals later bleek, installeerde zich op de zolder van de hoeve die paalde aan 'den abri'. [De huidige hoeve Rik Oreel dus.] Hij nam een paar dakpannen weg en zo kon hij het Ieperleekanaal onder schot houden. De brug over het kanaal was vernield en de Duitsers poogden het kanaal over te steken met telkens 6 man in een rubberbootje. Bij iedere poging werden ze neergemaaid door William Lancaster. Vanuit het zuiden waren de Duitsers echter uit Ieper doorgedrongen tot aan de hoeve van Vervisch, op de hoek van de Reningestraat en de Steenstraat. Ze waren helemaal niet tevreden dat hun opzet om het kanaal over te steken gedwarsboomd werd door die vermaledijde schutter. Er werden kanonnen opgesteld om het hele dorp plat te schieten.

Natuurlijk richtten zij vooral op het gehate mitrailleursnest bij de bunker in de Karabiniersstraat. De kleine bommen vielen overal in de omtrek en uiteindelijk was het raak. Onze held werd dodelijk getroffen. Hij en zijn vrienden moesten de Duitsers in Zuidschote zo lang mogelijk ophouden om de anderen de kans te geven in Duinkerke in te schepen en daar is vooral William een tijdlang in geslaagd."

Tot daar het verhaal van Julien Maricau, zoals hij het vernam van Henri Gremonprez. Geïnteresseerd als we zijn in begraafplaatsen, van W.O. I dan, zijn we toch even van naderbij gaan kijken naar de begraafplaats aan Zuidschote-kerk. (Foto's 5 en 6.) Er liggen vooraan, bij de toegang en het Cross of Sacrifice, 5 onbekende Franse soldaten van W.O. I. In de 3 rijen erachter liggen 76 Britse soldaten van W.O. II. Van hen zijn er 62 met naam, de andere 14 zijn niet-geïdentificeerden. Allen zijn gesneuveld in de laatste week van de maand mei 1940. De soldaten die met naam bekend zijn, zijn per bataljon en per datum:
 
 
26/5
27/5
28/5
29/5
30/5
31/5
4de Bat. Royal Berkshire Regiment
2
2
2
22
3
-
1ste Bat. Suffolk Regiment
1
-
-
8
-
1
2de Bat. Lincolnshire Regiment
-
-
1
13
1
-
2de Bat. Middlesex Regiment
-
-
-
1
-
-
Naam en eenheid onbekend
1
-
1
11
1
-
Totaal
4
2
4
55
6
1

29 mei 1940 was de dag was met de grootste verliezen: 55. En eigenlijk moet dit cijfer nog iets opgetrokken worden: van 4 gesneuvelden (hier niet opgenomen) is de precieze sterfdatum onbekend, alleen de periode. Ook zij zijn waarschijnlijk op 29 mei gesneuveld zijn. (Ook op het kerkhof van Boezinge is het merendeel van de 14 WO II-gesneuvelden trouwens van 29 mei 1940.) In Zuidschote dus 55 of meer Britten die op die dag voornamelijk onder Duits artillerievuur komende van bij de Hoeve Vervisch sneuvelden, en - zo nemen we aan -, voornamelijk nabij de hoeve en bunker van Rik Oreel. Zevenzestig jaar geleden …



Zuidschote Churchyard. Uiterst rechts drie en twee kruisjes van onbekende Franse gesneuvelden uit W.O. I. Voor de rest 76 Britse gesneuvelden uit W.O. II. Driekwart van hen zijn gesneuveld op 29 mei 1940.



De derde rij van Britse graven, tegen de Zuidschootse kerkmuur. Uiterst rechts de grafsteen van William Lancaster, en in dezelfde rij nog 25 andere Britten die op diezelfde 29 mei 1940 gesneuveld zijn. Een groot deel van hen waarschijnlijk bij de bunker.

Aurel Sercu