Over een bunker in de Oostpoezelstraat in Zuidschote
EEN ZWARE JONGEN IN DE HIEL VAN ZUIDSCHOTE

(Volgend artikeltje werd ontleend aan De Boezingenaar, Tweemaandelijks Tijdschrift over Boezinge en Zuidschote Toen en Nu, jaargang 32, nr. 3 (mei-juni 2005).)

De grootste bunker op Boezings-Zuidschoots grondgebied, is de Ziegler-bunker in de Slaaktestraat. Hier hebben we het over een iets kleiner en minder bekende broer. Zuidschote vormt op de kaart een schoen, met oostwaarts achter de hiel een uitsteeksel: een spoor, of als je wil, het gekruld achtereind van een schaats. Precies in dat deel staat een andere betonnen getuige van de Duitse aanwezigheid in onze contreien in 14-18: achter Oostpoezelstraat 8 (Frans Heughebaert).



Op 1.6 km ten noordoosten van Steenstrate, op een paar tientallen meter ten westen van de Lobeek, die daar de scheiding vormt tussen Zuidschote en Bikschote (maar 200 m noordelijk ligt de grens al met Merkem). Vanaf de Oostpoezelstraat is hij te zien (150 m van de weg). Vanaf de grote weg echter (Provinciebaan naar Diksmuide, N369) is hij ook te zien, al is dat dan op een afstand van ong. 370 m.





Deze Duitse bovengrondse betonconstructie uit gewapend beton is 3,00 m hoog, 7,70 m lang, en 5,30 m breed. De muren zijn ca. 1,00 m dik, maar aan de westkant (de kant van de vijand) 1,50 m. Het schietgat, naar het zuiden gericht, is nu met hedendaagse betonblokken deels dichtgemaakt, maar de schuine zijkanten ervan en de oorspronkelijke contouren zijn nog goed zichtbaar. Een relatief groot schietgat is het ook : aan de binnenkant 2,50 m, aan de buitenkant 3,50 m ! Aan de oostkant is de toegang : 1,80 m hoog en 2,20 m breed.

Het gaat dus om een Duitse geschutspost, waarin een artilleriestuk binnengereden kon worden. Volgens Frans Heughebaert bevonden zich destijds nog 5 of 6 bunkers in de directe omgeving, die echter kort na W.O. I verwijderd werden. Deze geschutspost stond echter te dicht bij de bebouwing om vernietigd te worden. Tijdens W.O. II werd hij als schuilplaats gebruikt., en daarna, na mei 1940, werd hij door de Duitsers opgeëist.

(Aurel Sercu)