Het Grenadiersmonument in Zuidschote
Wat volgt is een aanpassing van het artikel verschenen in De Boezingenaar, maart 2008, jg. 35, nr. 2, p. 38-42. Het werd geschreven naar aanleiding van de nieuwe kaftfoto van dat nummer, het Grenadiersmonument zoals het eruitzag kort na de inhuldiging in 1934.



Foto 1 - Het Grenadiersmonument in 1934, kort na de inhuldiging op 22 april van dat jaar. Een bezoeker onderwerpt het aan een kritisch onderzoek, terwijl een oldtimer voorbij komt gereden. Achter de auto is het Withof te zien. De Grenadiersstraat loopt verder naar Steenstrate. (Foto uit de collectie van Gilbert en Tine Seys-Verstraete)

Het monument, in de Grenadiersstraat, een werk van Commandant Grenadier Reding, even ten noorden van Lizerne, staat een 100-tal m afzijdig van de weg Lizerne - Noordschote, waar de Gen. Lotzstraat van naam verandert in de Middelstraat. Op een breed vierkant podium met 3 treden staat op een hoog geprofileerd voetstuk een hardstenen obelisk, samen ongeveer 5,5 m hoog. Het geheel is omheind met 17 hardstenen paaltjes met kettingen verbonden, en met 4 coniferen op de hoeken. Op de linkerzijkant staat de tekst :

Tot herdenking van de onwrikbare verdediging van het Regiment der Grenadiers bij den eersten Duitschen aanval met de gassen op 22 april 1915.

Op de rechterkant deze tekst in het Frans. Vooraan op het voetstuk: Dit denkmaal werd ingehuldigd door Z.M. den Koning Leopold III op 22 april 1934. Ernaast de tekst in het Frans.



Foto 2 - Het monument zoals het er nu uitziet.

In vergelijking met andere W.O.I-gedenktekens in het Ieperse, zoals nabij Steenstrate het groot metalen Verzoeningskruis van de Gasaanval, is het eerder bescheiden. Op de hoge kanaalberm achter Essex Farm Cemetery, op de weg naar Ieper, links juist voor het viaduct, staat een gelijkaardig monument (49th West Riding Division), maar dat is met z'n ong. 13 m hoogte wel indrukwekkender. Er is hoe dan ook weinig dat laat vermoeden dat de inhuldiging van het Grenadiersmonument in Zuidschote zowat een hoogdag was in het bestaan van het kleine Zuidschote. En dat was dan vooral door de aanwezigheid van Koning Leopold III.

Leopold III werd koning op 23 februari 1934, enkele dagen nadat z'n vader Albert I om het leven gekomen was (Marches-les-Dames, 17 febr. 1934). Het Grenadiersmonument was het eerste monument dat de jonge koning persoonlijk kwam inhuldigen, op 22 april 1934, twee maanden na zijn troonsbestijging. Uiteraard was 22 april 1934 geen toeval: 19 jaar na de gasaanval van 1915. Dat de jonge koning de moeite wilde doen om de reis van Brussel naar het onooglijke Zuidschote te ondernemen om daar een bescheiden monument in te huldigen was al op zich een evenement. De plaatselijke bevolking apprecieerde dit, en hele drommen volk kwamen naar deze locatie in de buurt van Steenstrate. Langs heel de weg vanaf Steenstrate-brug (een goeie km) werd een haag gevormd, door soldaten van Franse, Britse en Belgische eenheden die nabij Steenstrate gevochten hadden, en ook door schoolkinderen met vlaggetjes.



Foto 3 - Even voor het begin van de plechtigheid. Het muziekkorps van de Grenadiers is op weg naar Steenstrate, waar Koning Leopold III om 14.30 u. zal aankomen. In de achtergrond de huizen van Lizerne. De foto is genomen halfweg tussen Lizerne en Steenstrate, aan de noordzijde van de straat, ongeveer waar nu de grote bocht eindigt. Let op de tramsporen. (Foto uit de collectie van Gilbert en Tine Seys-Verstraete)

De koning was geland op het vliegveld van Wevelgem en was vandaar per auto naar Steenstrate gereden. Om 14.30 u. kwam hij er aan. De frontsector die in 1915 door de Grenadiers was bezet, was afgebakend met grote Belgische vlaggen, op korte afstand van elkaar, vanaf Steenstrate-brug tot de Pypegale (2 km), dwars door de velden.

De plechtigheid aan het nieuwe Grenadiersmonument begon met een eerste redevoering door Generaal-majoor De Grox. In het Nederlands. Daarop werd het monument overgegeven aan de gemeente Zuidschote. De Zuidschootse burgemeester Pecceu dankte en was heel trots voor de eer die zijn kleine landelijke gemeente te beurt gevallen was om een koning en andere prominenten op zijn grondgebied te mogen ontvangen. Minister van Defensie Devèze eerde in zijn toespraak Albert I, de Koning-Soldaat, en ook Generaal Lotz (die wegens ziekte niet aanwezig was) als de redder van Steenstrate.

Koning Leopold III koning nam vervolgens plaats op de tribune op de akker bij dat kleine straatje aan de overkant van het monument. De jonge vorst stelde er immers prijs op de detachementen van alle legerafdelingen op het vroegere slagveld te zien defileren.

Een merkwaardig en onvoorzien moment was toen de oud-strijders spontaan uit de menigte te voorschijn kwamen om voor Leopold III te marcheren. In de Poperingenaar wordt het als volgt geformuleerd: "Welhebbende heeren, burgers, werkers, hier en daar tusschen een priester - velen nog goed op de been, anderen die met moeite konden volgen - de stand van elk las men op hun gezicht; velen die in de heerschende crisisdagen hard te strijden hebben voor hun bestaan en dat van hun gezin - en allen toch samengekomen om in het gevoel van broederliefde de droeve dagen van eertijds te herdenken. Een duizendtal mannen stapten zo voorbij, in rijen van vier, alle standen dooreen, alle gedachten dooreen, en allen konden dat goed verdragen en elk was fier er te zijn en elk was vriend met zijn onbekenden gebuur."



Foto 4 - Deze opname (uit Zondagvriend van 29 april 1934) toont de tribune met de prominenten en een deel van de aanwezige massa. De foto is genomen vanaf de achterkant en oostelijke zijde van het monument. De tribune stond aan de overkant van de huidige Grenadiersstraat. Toen nog, tot aan de volgende Zuidschootse gemeenteraad, heette die de Nieuwstraat. In de verte achter de tribune de weg naar Noordschote. De foto in de inzet toont Koning Leopold III, met links naast hem Minister van Defensie Devèze. (Foto uit de collectie van Gilbert en Tine Seys-Verstraete)

Na de plechtigheid was er een heel gedrang, en door de enthousiaste menigte was het niet eenvoudig om weg te raken. En dat gold ook voor de koninklijke wagen. Het was een schitterende dag in de geschiedenis van Zuidschote. De koning was er geweest, en hij had voorwaar alleen Nederlands gesproken! En er waren de prominenten geweest, waaronder ook Bisschop Lamiroy van Brugge, die het monument mede-ingehuldigd had, daarin bijgestaan door de Zuidschootse pastoor De Jaeghere en pastoor Jules Vanneste van Boezinge.



Foto 5 - De geestelijken voor het monument bij de inwijding. In het midden de Brugse bisschop Lamiroy, met links van hem Pastoor Vanneste (Boezinge) en rechts van hem Pastoor De Jaeghere (Zuidschote).



Foto 6 - Koning Leopold III legt bloemen neer voor het monument.

Heden ten dage herinnert uiteraard niets bij dat bescheiden monument aan die glorierijke dag. Het staat er ietwat eenzaam en verlaten. Enkele jaren geleden werd er op de trappen aan de voet ervan een losse herdenkingsplaat gezet:

Paul OOGHE GRENADIER 17-05-1899 08-09-2001 Oorlogsvrijwilliger

Paul Ooghe was de laatste in België levende oud-strijder. Hij overleed op 102-jarige leeftijd. Cyriel Barbary was de laatste Belgische oud-strijder.



Foto 7 - De herdenkingsplaat aan de voet van het monument, verwijzend naar de laatste Belgische oud-strijder.

***

En toch is er iets aan het monument dat we nog even kort willen aanstippen. Iets waaraan al een artikel gewijd werd in een vroegere Boezingenaar, van mei 2003 ("Ligt het paneel in Zuidschote?")

Een van de grote kunstmysteries in de criminele sfeer is het verdwijnen is van het paneel De Rechtvaardige Rechters van het bekende Gentse schilderij Het Lam Gods (Van Eijck). De Wetterse koster-wisselagent Arsène Goedertier ontvreemdde op een nacht 2 panelen. Het tweede werd nooit teruggevonden, al duikt van tijd tot tijd in de media op dat het op het punt staat gevonden te worden. Tientallen plaatsen zijn al genoemd, maar één ervan, die weliswaar veel minder aandacht krijgt, is … Zuidschote.

Goedertier zou namelijk banden gehad hebben met een bedrijfje van palmolie en koffie uit plantages in Kongo, opgericht door enkele handelaars uit Ieper en Poperinge. Een van de onderzoekers (Willy Nachtergaele) stelt dat als Goedertier van Wetteren naar Ieper kwam, hij misschien ook kan gekozen hebben voor het traject Wetteren - Gent - Deinze - Tielt - Diksmuide - Ieper. Daarbij zou hij voorbijgekomen zijn in Zuidschote. (Eigenlijk vinden we het traject over Kortrijk een heel stuk geloofwaardiger.) Is er een of ander verband tussen het Grenadiersmonument en het vermiste paneel van het Lam Gods? Tja … De inhuldiging van het monument op 22 april 1934 was 10 dagen na de diefstal. En in de maand ervoor zou Goedertier zeker in Ieper geweest zijn. En een week na de onthulling van het monument kwam de eerste afpersingsbrief van Goedertier aan de Gentse bisschop toe …

Erg overtuigend is dat allemaal niet om aan te nemen dat hij het gestolen paneel tijdens de werkzaamheden stiekem onder het monument zou verstopt hebben. Waarom zou hij het overigens per se willen verstoppen hebben onder een monument dat kort daarop onthuld zou worden ? Achterneef Etienne Goedertier herinnerde zich uit verhalen van z'n vader dat het paneel zich zou bevinden op "een plaats die ophef zou maken" … Nu is het toch maar een bescheiden monument. In de voet van het monument zagen we enkele dagen geleden een barst, maar we konden helaas niet binnen kijken … Mocht er ooit bij werken aan het monument … In ieder geval zou het bescheiden monument dan wereldnieuws worden.

Aurel Sercu

Bronnen voornamelijk
  • R. Baccarne & J. Steen, Boezinge na 1914-1918, Wervik, 1975, pp. 95-97.