Tentoonstelling: Het nalatenschap - Langemark - 18/05/2018
In het gemeentehuis van Langemark werd op vrijdagavond 18 mei 2018 om 18.30 uur de tentoonstelling 'Het nalatenschap' officieel geopend. Deze tentoonstelling grasduint in het nalatenschap van de burgers en soldaten uit Langemark-Poelkapelle die de Eerste Wereldoorlog aan de lijve ondervonden hebben. Foto's, dagboeken en artefacten die bij de inwoners van Langemark-Poelkapelle thuis in een kast of op zolder lagen kunnen tot 1 november 2018 bezichtigd worden in deze tentoonstelling.

DSC_1595

DSC_1596

DSC_1598

DSC_1600

DSC_1601

Robert Missinne verzorgde het verhaal van het weeshuis van Sint-Juliaan dat naar het Franse Wisques verhuisde tijdens de Eerste Wereldoorlog.

DSC_1602

DSC_1603

Hij zorgde ook voor het interview met Adronie Boudry dat je kunt beluisteren.

DSC_1605

DSC_1606

Jo Lotegier leidde de verschillende sprekers in.

DSC_1607

Als eerste was dat schepen Marleen Soete.

DSC_1608

Hieronder de tekst van haar toespraak,

"Geachte commissaris-generaal voor de herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog, geacht provincieraadslid, burgemeester, schepenen, gemeenteraads- en ocmwraadsleden
Geachte genodigden….

In 2018 zijn we gestart met het laatste jaar van de eeuwherdenking van de Eerste Wereldoorlog. En zoals het reeds vier jaar geleden gepland was, leggen we dit jaar de focus volledig op de Belgische deelname aan de wereldbrand van een eeuw geleden. Meer bepaald op de soldaten en burgers uit Langemark-Poelkapelle.

In het verleden werden al een aantal initiatieven genomen in onze gemeente die de gebeurtenissen van onze (over)grootouders toegelicht hebben. Zo brachten Danny Jonckheere en Georges Vandromme het ontzettend interessant boek uit ‘Hoe Langemark-Poelkapelle 109 keer een toekomst verloor’ en ook het Bakelandtcomité kwam in 2014 op de proppen met een theaterwandeling over de vluchtende inwoners onder de titel ‘De Dutschers zien doar’.  Sedert 2008 kun je in de gemeente de beeldenwandeling volgen die het vluchtverhaal brengt van de inwoners van Langemark.

Maar zoals gezegd leggen we ook in 2018 de klemtoon binnen de herdenking volledig op de soldaten en burgers van Langemark-Poelkapelle.  En we beginnen met de tentoonstelling ‘Het nalatenschap’ die werd samengesteld door ons team Ontspannen.

Een paar maanden geleden werd in de infoflash en op facebook een oproep gelanceerd naar medailles, oproepingsbevelen, brieven, … en zo meer die de mensen nog thuis liggen hadden van hun voorouders. Heel wat interessante zaken werden binnengebracht.  Dat ging van ongekende dagboekverhalen tot zorgvuldig bewaarde documenten zoals vuurkaarten en verlofpassen, als ook  heel wat foto’s en bijzondere curiosa. Daarnaast had ook de beeldbank een schat aan informatie en fotomateriaal die ze voor deze tentoonstelling ter beschikking stelden.

Ik had al het voorrecht om de tentoonstelling digitaal na te lezen en het is beslist de moeite. Het verhaal over de vergeten begraafplaats met WO1 vluchtelingen te Neuville-sous-Montreuil waar ook 26 mensen geboren of woonachtig in Langemark-Poelkapelle begraven liggen onder de ‘zoden’, tal van bidprentjes met een schat aan (oorlogs-)geschiedenis, de verhalen van broers want vaak werd meer dan één zoon van een familie gemobiliseerd,  de verhalen van vluchtelingen die hun dier- en duurbaarste bezittingen in de grond verstoppen, in de hoop die na de oorlog terug te kunnen vinden, de vele verhalen van oudstrijders, koloniekinderen in Frankrijk en Zwitserland en dit alles gestaafd met mooie foto’s.

Daarnaast is er ook een projectie van de namenlijst waarbij alle door het In Flanders Fields geregistreerde slachtoffers uit Langemark-Poelkapelle de revue passeren, geluidsfragmenten met de getuigenis van de vlucht van het weeshuis uit Sint – Juliaan en twee powerpointvoorstellingen. Een ervan behandelt de geschiedenis van Stevens -Mersy . De andere is een collectie foto’s uit het prachtige fotoalbum van de familie Muyssen. 
Het verhaal van het interneringskamp van Harderwijk in Nederland was mij al bekend, want in oktober 2014 zakten we af naar Harderwijk met een delegatie van het schepencollege en  met Lucien Dewilde om het graf van zijn grootvader Benoni Dewilde te bezoeken. We werden er door de burgemeester ontvangen ter gelegenheid van het openen van een bezoekersbord van het vluchtelingenkamp en woonden een sfeervolle herdenkingsplechtigheid bij.

Met deze tentoonstelling houdt de herdenking echter niet op. In het weekend van 13-14-15 juli zullen jullie opnieuw kunnen genieten van historische evocaties van het Bakelandtcomité onder de naam “Pépés groote oorlog”. Op het eind van augustus plant ons team Ontspannen in samenwerking met vzw Vredeswakes een driedaags vertelconcert die de bijzondere broer verhalen uit onze gemeente zal brengen in woord en zang. Het allerlaatste GONE WEST concert, zal gebracht worden op de boerderij D’Hallewin in de Ieperstraat. Dit is de ouderlijke boerderij van de gebroeders Nollet die een centrale plek innemen in het vertelconcert.  De muziek en zang zal verzorgd worden door ‘Kotjesvolk’ uit Poperinge, ‘Bergen’ (dat zijn de gewezen muzikanten van het Zesde Metaal) uit Geluwe en Mike Wolfs (aanstromend talent en finalist uit The Voice) uit Zuidschote.

Deze concerten vinden plaats op 31 augustus, 01 september en 02 september 2018. Meer info is terug te vinden op de site van Langemark-Poelkapelle. Naar aanleiding van het uitgebrachte boek van Georges en Danny over de militaire slachtoffers van Langemark-Poelkapelle, zullen ook alle gemeentelijke monumenten een opknapbeurt krijgen. Omdat hier en daar ook nog wat foutjes in de namenlijsten op de monumenten staan, worden deze ook op correctheid aangepast.

Op het eind van de herdenking periode, namelijk tussen 03 en 11 november wordt het einde van de Eerste Wereldoorlog passend herdacht met tal van activiteiten. We wensen je alvast veel kijkplezier met de tentoonstelling  ‘Het nalatenschap’"

DSC_1609

Een volle zaal.

DSC_1610

Robert Missinne belichtte het verhaal van het weeshuis van Sint-Juliaan.

DSC_1613

Duiding bij Wisques (Opening tentoonstelling ‘Nalatenschap’ 18 mei 2018)
 
Een van de verhalen die in de tentoonstelling ‘Nalatenschap’ aan bod komen is dat van het weeshuis van Sint-Juliaan.  In dit ‘tehuis voor behoeftige meisjes’ verbleven bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een 50-tal weesmeisjes.
 
Op 20 oktober 1914, daags na ‘Schuwe maandag’, werden klooster, school en weeshuis ontruimd. Een deel van de wezen kon bij hun familie ondergebracht worden.  De 22 overige meisjes konden niet tijdig weggebracht worden en vluchtten samen met de zeven zusters naar Sint-Jan-ter-Biezen (Watou). De groep bleef daar ongeveer een half jaar, een tijd in het klooster en een tijdje bij enkele gezinnen in Watou. 

Camiel Delaere, de toenmalige pastoor van de Ieperse Sint-Pietersparochie, zocht in het voorjaar 1915 een beter vluchtoord. Hij kreeg een groot kasteel ter beschikking (de huidige Abbaye Saint-Paul, ten westen van Saint-Omer). Deze locatie was verder van het front verwijderd en dus veiliger.  Er was echter één voorwaarde aan verbonden: de zusters van Sint-Juliaan moesten ook andere oorlogswezen en vluchtelingenkinderen opnemen. Enkele maanden verbleven er reeds 140 kinderen.
 
Van E.H. Delaere wordt gezegd dat hij een vader was voor de zusters en de kinderen. Bijna wekelijks begaf hij zich vanuit Ieper naar Wisques, telkens met een wagen vol materiaal en voedsel: “eene naaimachien der Lamothen, een waschmachien der Zwarte Zusters, stoven, boeken en meubels”.
 
Enkele weken na de opstart in Wisques begon hier, in de thuisgemeente Langemark, de gasaanval van 22 april 1915.  Toen moesten ook de laatste Ieperlingen hun stad verlaten.  Zo ook Pastoor Camiel Delaere. Hij verbleef tot het einde van de oorlog meestal  in het weeshuis te Wisques.
 
E.H. Delaere liet enkele oorlogsdagboeken na. Een kopie ervan ligt in een tentoonstellingskast hiernaast.
  • Het eerste deel is haastig neergeschreven en ‘in stukken en brokken’. Het beschrijft de periode vanaf het uitbreken van de oorlog tot het moment dat hij niet meer in Ieper mocht verblijven na de gasaanvallen.
  • Zijn tweede deel is netter en gestructureerder geschreven.  Daarin schrijft hij over het leven in Wisques en zijn talrijke tochten naar Ieper en de zone achter het front waarbij hij blijft doorgaan met redden wat er nog te redden valt.
  • Het derde en laatste deel begint op 12 februari 1919, de datum waarop hij benoemd wordt tot deken van Ieper en gelast wordt ‘met het stichten van posten en benoemen van priesters in het verwoeste deel van het bisdom’, hij wordt m.a.w. de kerkelijk verantwoordelijke voor de heropbouw van de hele verwoeste Westhoek. Dit deel is al heel snel nog maar nauwelijks leesbaar: je ziet en leest in zijn handschrift letterlijk hoe hij zich de volgende 10 jaar van zijn leven bijna doodwerkte.
Uit het dagboek enkele citaten die ons iets meer vertellen over het leven van de zusters en hun weeskinderen.
  • 28 oktober 1915: Donderdag. Dat stille leven komt zo vreemd voor: ’t waait en ’t regent.  In ’t schuifelen van den wind meen ik het schuifelen der bommen te ontwaren.  Hoe stichtend het gezang der kinderen, het antwoorden aan de gebeden der H. Mis, de algemeene communie onder de mis.  Een andere wereld!
  • 18 december 1915: Zaterdag.  Twee kleinen sterven aan bronchopneumonie in de crêche.  Een Fransche soldaat maakt de kistjes.  De begraving heeft plaats te Hallines den 20en.
  • 1 januari 1916: Zaterdag.  De sergeanten van de school houden er aan de kinderen eenen kerstboom aan te bieden: kostelijk speelgoed, nuttige voorwerpen en lekkernijen worden uitgedeeld.
  • 26 april 1916: Hare majesteit kwam onze gestichten bezoeken.
  • 1 juni 1916: Veel officieren en soldaten komen aan in de abdij.  Kolonel Legett laat toe dat de kinderen den overschot van het eten gaan afhalen.
  • Onze trekpeerdjes komen af met kostelijken voorraad.  Nog een koordje aan onze boog.  Deo gratias.
  • 16 januari 1917: Dinsdag. Onze goede Koningin brengt met prinses Marie-José aan onze kinderen van Wisques prachtige nieuwjaarsgeschenken, smakelijk en nuttig.
Over het leven van de kinderen in Wisques vernemen we ook een en ander door wat Adronie Boudry mij eind vorige eeuw vertelde. Adronie was toen 96 jaar.  Zij verbleef bijna vier jaar in Wisques en was daar een van de oudste meisjes. Zij vertelt o.a. over de deugnieterijen die ze uitspookten en dat ze daarvoor bijna nooit gestraft werd. Meermaals spreekt zij heel lovend over het werk dat de zusters er verrichten. 
Geluidsfragmenten van haar vertellement kunnen jullie in de traphal beluisteren.

Na de oorlog is het weeshuis niet meer naar Sint-Juliaan teruggekeerd. De ondertussen tot Deken van Ieper benoemde Delaere stichtte in Sint-Andries Brugge het Sint-Camillusgesticht. Hij liet er een groot gebouw optrekken waarin klassen, een werkzaal, een eetzaal, een washuis, een kapel en een slaapplaats ondergebracht waren. De grote verhuizing van personeel, voorraad en inboedel gebeurde op 30 maart 1920.  Elf lorries en ambulances van het Amerikaanse Rode Kruis zorgden voor de overbrenging. Op die manier verdween het weeshuis definitief van zijn oorspronkelijke standplaats Sint-Juliaan.

DSC_1616

Daniël Vanlerberghe gaf meer duiding bij het verhaal van twee broers uit zijn familie.

DSC_1618

Voor de receptie kon van start gaan,

DSC_1619

werd eerst nog het lintje geknipt.

DSC_1620

DSC_1622

In juli organiseert het Bakelandtcomité de theaterwandelingen "Pepe's grooten oorlog".

 DSC_1593
  Pagina aangemaakt door Westhoek.be / WO1.be - Greatwar.be.