IEPER - Prins Laurent en de Hertog van Kent woonden gisteren de viering van de 75ste verjaardag van de Menenpoort in Ieper bij. De hoge gasten werden verwelkomd door gouverneur Paul Breyne en burgemeester Luc Dehaene.

Maar tijdens de stijlvolle ceremonie, met een speciale uitvoering van de Last Post die op 24 juli 1927 bij de inwijding voor de eerste keer weerklonk onder het monument voor 55.000 van de vermiste officieren en soldaten van het Gemenebest, ging de aandacht vooral naar drie Britse aanwezigen: Jack Davis (107), Harry Patch (104) en Arthur Halestrap (103) vertrokken tijdens de Eerste Wereldoorlog van aan de Menenpoort naar het slagveld.

,,Bijzonder pijnlijk'', probeerde Harry Patch uit Wells (Somerset) zijn gevoelens te verwoorden. Voor de 104-jarige oud-strijder was het de eerste keer sinds 1917 dat hij terug in Ieper was. Voor Jack Davis uit Stoke Hammond (Buckinghamshire), met zijn 107 jaar één van de oudste mannen van Groot-Brittannië, was het nog maar de tweede keer dat hij weer op de plek stond vanwaar hij in augustus 1915 naar de hel vertrok. De derde veteraan, Arthur Halestrap (103), is intussen al een bekend gezicht in Ieper. Hij komt twee keer per jaar naar het vasteland: in de zomer naar de Somme en in november naar Ieper. Hoewel hij nooit in de Salient vocht - hij was in Frankrijk gelegerd - hij herinnert zich nog levendig de ruïne waarin Ieper werd herschapen toen hij er passeerde. ,,Onbeschrijflijk. Hopelijk wordt het offer van die duizenden jonge mannen nooit vergeten!'', aldus een sterk geëmotioneerde Halestrap.

Dat was ook de boodschap van de korte toespraak van de Hertog van Kent, die als voorzitter van de Commonwealth War Graves Commission, samen met prins Laurent een bloemenkrans neerlegde onder de Menenpoort. Heel pakkend werd het toen vanop het dak van het memoriaal duizenden klaprozen neerdwarrelden, terwijl een doedelzakspeler onder de poort stapte. (MT)