1. Ontmoetingsgevechten
  • Ontbinding van de Ieperse Ruiterijschool op 1 augustus 1914: het kader vertrekt terug naar de eigen eenheden en de leerlingen worden opgeroepen om deel te nemen aan de te verwachten krijgsverrichtingen.
  • De eerste Ulanen worden gesignaleerd op 26 augustus tussen Westrozebeke en Poelkapelle. De eerste gevechten met doden vinden plaats op 11 september in de omgeving van 't Hooghe.
  • Op 7 oktober steekt het Duitse 4de Cavaleriekorps vanuit het zuiden de Leie over. De drie cavaleriedivisies brengen de nacht door in Ieper, Voormezele en Wijtschate. De volgende dag rukken ze verder op in de richting van Frankrijk. Bij de Catsberg stoten ze op hevige Britse weerstand. Langzaam worden ze teruggedreven tot de omgeving van Ieper.
  • Op 13 oktober komen de Britten Ieper binnen vanuit de richting St.-Jan. De stad wordt meteen volledig afgegrendeld. Zonder pas kan niemand nog binnen of buiten. Ook Franse troepen komen in de stad legeren.
  • Op "Schuwe maandag" 19 oktober worden Duitse eenheden te Roeselare door een restant Franse soldaten vanuit een hinderlaag beschoten. Achteraf verdwijnen de Fransen zonder dat de Duitsers één Fransman gezien hebben. De Duitsers besluiten dan maar : "Die Zivilisten haben geschossen !" Baldadigheden vanwege de Duitsers zijn het gevolg : op veel plaatsen wordt brand gesticht en op verschillende plaatsen worden groepen burgers doodgeschoten.
  • Het nieuws van de gebeurtenissen te Roeselare verspreidt zich snel in de dorpen tussen Roeselare en Ieper. Een groot deel van de bevolking slaat, al dan niet op bevel van de bezettende Britten of Fransen, op de vlucht.

Bron: © Robert Missinne, Interreg 1995, Lessenreeks 1914-18