De Slag aan de IJzer - 18 oktober 1914
Op de 18de oktober begon de Slag aan de IJzer. De Duitsers besloten tot een massale aanval over een front van wel 100 km; vanaf Nieuwpoort tot La Bassée (halfweg Armentières en Arras). De geallieerde voorlinie werd op veel plaatsen overrompeld.

Aan de IJzer werden de voorposten in Schore, Keiem en Mannekensvere na de middag onder de voet gelopen. Beerst hield echter stand. Dank zij een beschieting door een Brits vlootflottielje van drie schepen werd een kolonne van de 4de Duitse Ersatzdivisie verhinderd om de voorpost Lombardsijde in te nemen. Bij een Belgische tegenaanval kon wel wat terrein rond de voorposten heroverd worden, maar de toestand was kritiek.

Het werd de Belgische legerleiding duidelijk dat de hele Duitse troepenmacht die Antwerpen belegerd had nu ook in West-Vlaanderen opgedaagd was. Verder waren er ook een aantal pas gevormde reservekorpsen naar België overgebracht. Foch was intussen bijgedraaid en beloofde vanaf de avond van de 19de versterking naar het bedreigde centrum te sturen, maar die hulp liet dagen op zich wachten omdat de Fransen zelf in zware gevechten verwikkeld waren.

Gelukkig voor de Belgen werd hun front van ongeveer 39 km tot slechts 28 km (Nieuwpoort tot Fort de Knocke) herleid. Door de aanwezigheid van Brits-Franse cavalerie, die in de richting van Roeselare opereerde, werd geoordeeld dat de rechtervleugel van het leger voldoende beveiligd was. Daardoor mocht ook de Belgische Zesde Divisie het gebied Noordschote-Boezinge verlaten. Omdat een krachtige aanval tegen het centrum van de IJzerlinie dreigde, werd deze divisie ten westen van Diksmuide als reserve opgesteld.

Door het inkorten van het Belgische front kon de legerleiding nu een tweede linie inrichten. De reservetroepen die dit mogelijk maakten, waren de Derde Divisie die in Wulpen klaar stond, de Vijfde Divisie in Oostkerke en de Zesde in Lampernisse. De Eerste Cavaleriedivisie kreeg opdracht om samen met Franse ruiterij de rechterzijde van het leger te beveiligen. De overige divisies bleven op hun plaats.

Met dank aan :
 
  • Jacques Bauwens - tekst
  • Dirk Debacker - "Die Nobele Rose”