Een gedenkteken in Pervijze voor Elsie Knocker en Mairi Chisholm, de Madonna’s van Pervijze
02 March 2014 - Pervijze - Bron: Stefaan Vandenbussche
Het project ‘Een gedenkteken in Pervijze voor Elsie Knocker en Mairi Chisholm, de Madonna’s van Pervijze’ werd opgestart in mei 2013 door de Engelse doctor in de wijsbegeerte Diane Atkinson, en de Belg Stefaan Vandenbussche, fractiemedewerker bij het Vlaams Parlement. Diane Atkinson woont in Londen en is de auteur van het boek ‘Elsie and Mairi go to War’ dat verscheen in 2009. Stefaan Vandenbussche volgt de herdenking van ‘100 jaar Groote Oorlog’ op en brengt regelmatig lezingen over ‘Vrouwen in de Groote Oorlog’.

Op 1 december 2013 werd door Diane Atkinson en Stefaan Vandenbussche een Feitelijke Vereniging opgericht ‘The Elsie and Mairi Statue in Pervyse Fund’ met als hoofddoel de oprichting van een gedenkteken in Pervijze (deelgemeente van Diksmuide) voor de Engelse Elsie Knocker en de Schotse Mairi Chisholm.

In een brief van 18 december 2013 deelde de heer Paul Breyne, commissaris‐generaal voor de herdenking van de Eerste Wereldoorlog, mee dat beslist werd het federale 14‐18‐label toe te kennen aan dit project.

Sinds 6 februari 2014 beschikt de Feitelijke Vereniging over een projectrekening bij de Koning Boudewijnstichting. Schenkers kunnen een gift overmaken op rekening nummer BE10 0000 0000 0404 ten gunste van de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, 1000 Brussel, met de gestructureerde mededeling 128/2654/00011. De giften aan de Stichting zijn fiscaal aftrekbaar vanaf € 40,‐ (art. 104 WIB).

De Feitelijke Vereniging stelt zich ook tot doel om activiteiten op het getouw zetten om de inzet van vrouwen tijdens de Eerste Wereldoorlog, bekende en onbekende, uit beide kampen en uit alle toenmalige en hedendaagse naties, in ere te houden. Ook wil de vereniging de inzet van vrouwen tijdens de Groote Oorlog, aan of achter het front, in bezet of in vrij gebied, te promoten en te waarderen, zoals onder andere:
  • alle verzorgende vrouwen en mannen die in het verleden, vandaag en ook in de toekomst werken in gevaarlijke oorlogsomstandigheden over de hele wereld;
  • de rol van vrouwen als militair, als verpleegster of verzorgende, als verzetsstrijdster, spionne of koerierster;
  • de vrouw als slachtoffer.
De kunstenaar: Josyane Vanhoutte

De bekende Vlaamse beeldhouwster Josyane Vanhoutte (http://www.josyane‐vanhoutte.be) zal het bronzen beeld maken in haar atelier in Oostende. Josyane Vanhoutte maakte ook het bronzen beeld van koning Boudewijn, dat aan de Venetiaanse galerijen opgesteld staat op de Zeedijk van Oostende, zij maakte ook de buste van Grace Kelly aan de ingang van het Kursaal in Oostende, en op de Wellingtonrenbaan staat ook een bronzen beeltenis van een paard van haar hand. 

Deze tastbare herinnering aan deze twee vrouwen is een eerbetoon voor de zorg die zij verstrekten aan Belgische, Britse en Franse soldaten in Pervijze. Het is ook een gedenkteken voor de humanitaire hulpverleners die ook vandaag nog hun leven riskeren om hulp te bieden in oorlogszones zoals Syrië en Afghanistan. En het is ook een blijk van erkenning voor al het werk, verricht door vrouwen, bekende en onbekende, tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Elsie Knocker en Mairi Chisholm

Op zaterdag 22 november 2014 zal het 100 jaar geleden zijn dat twee Britse vrouwen, de Engelse Elsie Knocker en de Schotse Mairi Chisholm, in het polderdorp Pervijze aankwamen en er een eerstehulppost in de kelder van één van de laatste huizen openden. Elsie en Mairi dienden de eerste zorgen toe, een behandeling die vandaag de dag ‘gouden uur’ behandeling genoemd wordt, aan de soldaten vooraleer die doorgestuurd werden naar militaire hospitalen verder achter de linies.

De twee raakten al snel bekend als ‘The Angels of Pervyse’ of ‘De Engelen van Pervijze’. Elsie Knocker die 30 jaar oud was en Mairi Chisholm, 18 pas, leefden en werkten op 100 meter van de Duitse loopgraven. Zij ondergingen zware artilleriebeschietingen en zij waren een doelwit voor sluipschutters. Hun levensomstandigheden waren verschrikkelijk. 

Voor hun moed beloonde Koning Albert hen met het Ridderschap in de Orde van Leopold II in januari 1915. Andere onderscheidingen volgden.

Elsie en Mairi waren de enige vrouwen die toegang hadden tot de eerste linies aan het westelijk front. In 1915 verbood het geallieerde opperbevel op een conferentie in Parijs de toegang tot het front aan alle vrouwen, behalve aan die twee van Pervijze. Alleen voor hen werd een uitzondering gemaakt, omdat reeds dan gebleken was hoe belangrijk hun levensreddend werk was. Gedurende bijna vier jaar werkten zij onbezoldigd, zij ontvingen ook weinig materiele steun van de autoriteiten. Zij verkochten hun motorfietsen en gaven tijdens rustige periodes aan het front lezingen in Engeland om zo geld in te zamelen en de medische post draaiende te houden. 

De twee werden bijna gedood bij een aanval met gifgas in het voorjaar van 1918. Elsie was er erg aan toe en werd verzorgd in ziekenhuizen in Boulogne en Londen. Mairi herstelde snel en kwam terug naar Pervijze. Ze heropende de hulppost maar werd bij een tweede gasaanval verrast aan de veldtelefoon. Ze overleefde ook deze aanval, maar de Belgische militaire autoriteiten sloten de hulppost definitief.

De uitzonderlijke moed en inzet van deze vrouwen, die veel levens redden van Belgische, Britse en Franse soldaten, is het onderwerp van het boek Elsie and Mairi go to War: Two Extraordinary Women on the Western Front van Diane Atkinson, uitgegeven door Random House in 2009.