Dinsdag 10 november 2015 om 11 uur houden de Vrienden VIFF een Remembrance op de begraafplaats La Plus Douve Farm Cemetery. Ze verzamelen om 10u40 nabij de loodsen van de hoeve gelegen dichtbij voormelde begraafplaats. De begraafplaats La Plus Douve Farm Cemetery is gelegen langs de Nieuwkerkestraat in Mesen, ongeveer 2 km verwijderd van het dorp (links van de weg via de toegangsweg naar de hoeve).
 
Onder begeleiding van de West Yorkshire Police Band en het Cheshire Corps of Drums stappen ze naar de begraafplaats.
 
Ze herdenken:

- Sapper Frank William Wiltshire (17.03.1894 - 10.06.1917) die diende bij de New Zealand Engineers. Op 10 juni 2003 werd door de Vrienden Viff voor het eerst een remembrance verzorgd voor deze gesneuvelde. Dit gebeurde in het bijzijn van Mrs Patricia Young, nicht van Frank Wiltshire.



Sindsdien onderhield Mrs. Patricia Young, die begin 2012 overleed, een speciale band met de Viff en het IFFM en meer in het bijzonder met Roos Wildemeersch. Als erkentelijkheid hiervoor begunstigde zij in haar nalatenschap het Koen Kochfonds. Roos zal dan ook samen met Frans Lignel deze remembrance verzorgen.
 
- Private Morton Augustus Cameron die diende bij de Canadian Expeditionary Forces en sneuvelde net honderd jaar geleden op 10 november 1915. Hij werd geboren op 27 november 1896 te Saint Stephen, New Brunswick, Canada. Bij het uitbreken van de oorlog laat hij zich op 08 augustus 1914, vrij snel dus, inlijven in het 71st New Brunswick Regiment. Na een drietal weken wordt hij doorgestuurd naar Valcartier Camp waar hij de overstap maakt naar het 12th Canadian Infantry Battalion. Op 23 april 1915 muteert hij naar het 15th Canadian Infantry Battalion en wordt onmiddellijk voor de leeuwen gegooid in de 2de Slag bij Ieper. Na Ieper en de gevechten bij Festubert en Givenchy belandt Morton hier aan het front te Mesen – Ploegsteert. Op 10 november 1915, tijdens werkzaamheden aan de loopgraven, sterft Morton aan zijn hoofdverwondingen opgelopen nadat een brisantgranaat is ontploft.

Na de plechtigheid op La Plus Douve Farm Cemetery volgen ze de West Yorkshire Police Band  naar de Brug van Steenstrate voor een korte plechtigheid bij het monument voor het 3de Linieregiment van het Belgisch Leger. Het 3de linieregiment lag vóór de Eerste Wereldoorlog in garnizoen in Oostende en in Ieper. Het 3de linieregiment, ook wel de '3de piotten' genoemd, kreeg het op 18 augustus 1914 bijzonder hard te verduren bij Grimde. Net zoals vele andere eenheden werden ze ingezet in de operaties voor Antwerpen, tussen 24 augustus en 27 september 1914. In oktober 1914 werden het 3de en 23ste linieregiment zwaar op de proef gesteld tijdens de Slag aan de IJzer, waar ze de bocht van Tervate verdedigden en zware gevechten leverden bij Schore en het bruggenhoofd van Schoorbakke. In april 1915 snelde het 3de linieregiment de grenadiers bij Steenstrate te hulp, nadat de Duitsers er massaal chloorgas hadden gelost (begin Tweede Slag bij Ieper). Het 3de en later ook het 23ste linieregiment werden in de volgende oorlogsmaanden en -jaren in diverse sectoren aan het IJzerfront ingezet. Vanaf 28 september 1918, tijdens het geallieerde Bevrijdingsoffensief konden ze succesvolle veroveringen op de vijand bewerkstelligen, waaronder de 'Riegel' van Klerken.
 
De VIFF's hopen dat u zeer talrijk op deze plechtigheid aanwezig kunt zijn.
 
Historical Information

In the valley of the river Douve, north of Ploegsteert Wood, were two farms. La Petite Douve was the object of a successful raid by the 7th Canadian Infantry Battalion in November 1915 and La Plus Douve, which was generally within the Allied lines, was used at times as a battalion headquarters. It was also known as Ration Farm because battalion transport could approach it at night with rations.
 
La Plus Douve Farm Cemetery was begun in April 1915 by the 48th (South Midland) Division and continued in use until May 1918, when it fell into German hands.
 
The cemetery contains 336 Commonwealth burials of the First World War.
 
The cemetery was designed by Charles Holden.